Les 14 herhalen

Les 14
Frans 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 14
Frans 

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
      - bezittelijk voornaamwoord
      - passé composé
  • Au travail
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...
...weet je wat je al beheerst en wat je nog beter moet oefenen. 


Slide 3 - Diapositive

Presentie

Slide 4 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive

Let op!
Voor  woorden die beginnen met een klinker gebruik je : mon - ton - son. 
--> Ook al is het vrouwelijk!

Waarom? Voor de uitspraak!
Exemples :
l'éléphant - mon éléphant       - ton éléphant   - son éléphant
l'adresse   - mon adresse (v)   - ton adresse     - son adresse
l'ami          - mon ami               - ton ami            - son ami -
l'amie         - mon amie (v)       - ton amie         - son amie           



Slide 6 - Diapositive

Let ook op bij:
'son' betekent 'zijn' of 'haar'. Je moet dus naar de rest van de zin kijken voor de betekenis. 

Voorbeeld:
Son père = haar vader, want 'vader' is mannelijk. 
Sa mère = zijn moeder, want 'moeder' is vrouwelijk. 

Slide 7 - Diapositive

De passé composé
Dit is de voltooid tegenwoordige tijd.
Bijvoorbeeld: ik heb gedanst.

In het Frans maak je deze tijd door het werkwoord hebben te gebruiken als een hulpwerkwoord (net zoals in het Nederlands) en een voltooid deelwoord te maken (dit doe je door ''-er'' van het werkwoord af te halen en een ''-é'' toe te voegen).

Slide 8 - Diapositive

Dus.....
ik heb
j'ai
jij hebt
tu as
hij/zij heeft
il/elle a
Wij hebben, men heeft
on a
wij hebben
nous avons
jullie hebben, u heeft
vous avez
zij hebben
ils/elles ont
Het werkwoord hebben (avoir)                                 +
Het voltooid deelwoord, door '' er'' van het werkwoord af te halen en een ''é'' toe te voegen. Voorbeeld: J'ai parlé


Slide 9 - Diapositive

Au travail
Jullie gaan nu verder met het oefenen van het bezittelijk voornaamwoord en de passé composé. Dit doen jullie via een werkblad.

Ben je klaar? Dan ga je leren/oefenen voor de toets
timer
20:00

Slide 10 - Diapositive

Devoirs
Leren voor de toets

Slide 11 - Diapositive