5.2: Taken van de regering.

5.2
Welke taken heeft de regering?
En welke rol speelt de koning daarbij?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2
Welke taken heeft de regering?
En welke rol speelt de koning daarbij?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen:
- Wat de kenmerken en taken van het kabinet zijn.
- Wat de verhouding is met het parlement (wie doet wat).
- Hoe het werkt in een monarchie en wat het verschil is met een republiek.

Slide 2 - Diapositive

Planning:



- Nieuws
- 5.1 afmaken
- 5.2 uitleg
- 5.2 maken
- extra

Slide 3 - Diapositive

Kenmerken kabinet:
De woorden kabinet en regering worden vaak door elkaar gebruikt maar  verschillen wel:

  • De regering bestaat uit de koning en de ministers.
  • Het kabinet bestaat uit de ministers en staatssecretarissen.
  • De koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.
  • Ministers geven leiding aan een ministerie en de daar werkende ambtenaren. Zij dragen daarvoor politieke verantwoordelijkheid.

Slide 4 - Diapositive

Taken van de regering:
Ze lossen de dagelijkse problemen op en hebben de dagelijkse leiding over het land.
- Ze maken wetsvoorstellen
- Zorgen dat wetten worden uitgevoerd.
- Stellen de jaarlijkse begroting op (prinsjesdag)

Slide 5 - Diapositive

Verhouding kabinet en parlement:
  • Wetsvoorstellen komen meestal van het kabinet en worden door de Tweede Kamer gewijzigd, verworpen of aangenomen. 
  • De ministers en staatssecretarissen kunnen ter verantwoording worden geroepen door het parlement. 
  • Het parlement heeft het laatste woord.
  • Een deel van de bevolking wil geen monarchie maar een republiek waar het staatshoofd, bijvoorbeeld de president, gekozen wordt door de burgers.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Koning 
-De koning is staatshoofd door erfopvolging een lid van de regering. De bevoegdheden en de macht van de koning zijn beperkt door de Grondwet (constitutie)

- de ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid en daarom zijn de ministers verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet in het openbaar (ministeriële verantwoordelijkheid).
De koning is onschendbaar.

- De koning als staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president en de ministers.
De inhoud van al deze gesprekken is geheim; dit wordt het Geheim van Noordeinde genoemd

Slide 8 - Diapositive

 formele taken koning
 - Handtekening zetten onder alle wetten

 - Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag

 - Beëdigen ministers

Slide 9 - Diapositive

informele taken koning 
Samenbinden
hij is Koning voor iedereen. En dat maakt ons samen een groep

Vertegenwoordigen: relaties onderhouden met andere landen

Aanmoedigen:Bijvoorbeeld bij het WK

Slide 10 - Diapositive

Republiek

Staatshoofd wordt gekozen door volk
(Biden, in de VS)





Elke vier jaar een ander staatshoofd gekozen door volk.

(constitutionele) Monarchie
Staatshoofd wordt bepaald door erfopvolging 




Dit hebben we in Nederland. Koning Willem Alexander geeft het op zijn beurt weer door aan zijn dochter Amalia

Slide 11 - Diapositive

Maken 5.2

Blz 62: Opdracht 16/17
Blz 63: Opdracht 18/19/20

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

extra oefenvragen:

Slide 14 - Diapositive

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 15 - Quiz

Wat zit er NIET in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D

Slide 16 - Quiz

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Rutte
B
voorzitter Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Maxima

Slide 17 - Quiz

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en de staatsecretarissen
B
Ministers en de Koning
C
Koning en de Koningin
D
Kabinet en de Koning

Slide 18 - Quiz

Wie zitten er in het kabinet??
A
Koning en staatssecretarissen
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers

Slide 19 - Quiz

Welke taken hebben ministers?
A
1. wetsvoorstellen maken 2. wetten uitvoeren
B
1. stemmen over wetten 2. troonrede voorlezen
C
1. handtekening zetten onder wetten 2. wetten uitvoeren
D
1. stemmen over wetten 2. Tweede Kamer controleren

Slide 20 - Quiz

de regering bestaat uit:
A
Coalitiepartijen
B
Oppositiepartijen

Slide 21 - Quiz

Hoeveel zetels hebben de coalitiepartijen minstens nodig om te regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150

Slide 22 - Quiz

Hoeveel zetels hebben de coalitiepartijen minstens nodig om te regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150

Slide 23 - Quiz

I. Coalitiepartijen stemmen vaak tegen de plannen van de regering
II. De minister-president is lid van een van de oppositiepartijen
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 24 - Quiz

Welke van deze taken voert de koning uit?
A
Ministers benoemen
B
Regering samenstellen
C
Wetten maken

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo