3.5 Nederland: de zee klopt op de voordeur

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 2 - Diapositive

Voor volgende slide: ga naar de website en bekijk het 1e filmpje
Welke plekken in de omgeving hebben volgens jou een overstromingsrisico?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Lien

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 5 - Quiz

Groot gedeelte onder NAP

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

De zeespiegel stijgt
  • Klimaatverandering
  • Inklinking
  • (IJstijd)
Als over een periode van zo’n dertig jaar de klimaatfactoren, zoals temperatuur of neerslag, zijn veranderd.
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.

Slide 8 - Diapositive

Zou dit nog in Nederland kunnen gebeuren denk je of niet?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

als er ergens een dijk doorbreekt overstroomt dan meteen heel Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Dijkringen 

Slide 12 - Diapositive

Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 13 - Diapositive

4 soorten polders
Zeepolders

Veenpolders

Droogmakerijen

Ijselmeerpolders

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Inklinken
  • bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • water weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 16 - Diapositive

Inklinking
  • Om de gebieden bewoonbaar te maken/ te houden moeten ze blijvend het bodemwater wegpompen.
  • Een nadeel is dat de gebieden hierdoor inklinken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoe noemen we deze polder?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 21 - Quiz

Zeereep
  • kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • de zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm
  • deze duinen noemt men de zeereep

Slide 22 - Diapositive

Kustafslag
Duinen worden gevormd door het zand wat op de kust waait.
Door de golven die nu tegen de duinen slaan, breken de duinen af.  Door erosie van het water verdwijnen er stukken duin. 

Slide 23 - Diapositive

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 24 - Diapositive

Getijdenlandschap 

Slide 25 - Diapositive

Wat kun je eraan doen?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 28 - Diapositive

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Duinvervorming
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 29 - Quiz

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 30 - Quiz

Noem een maatregel die we hebben genomen om ons te beschermen tegen de zee

Slide 31 - Question ouverte

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive