3M 2.3 Menstruatiecyclus + 2.4 bevruchting

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Iemand met de primaire geslachtskenmerken van een vrouw blijkt in de puberteit een intersekse persoon te zijn.

Schrijf in je schrift:
Leg uit hoe het komt dat dit pas in de puberteit ontdekt kan worden. 
Zelfstandig stil (Zs)


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Daarna nakijken klassikaal
Startopdracht

Iemand met de primaire geslachtskenmerken van een vrouw blijkt in de puberteit een intersekse persoon te zijn.

Schrijf in je schrift:
Leg uit hoe het komt dat dit pas in de puberteit ontdekt kan worden. 
Zelfstandig stil (Zs)


Startopdracht antwoord

In de puberteit komen de secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling. Dan blijkt bijvoorbeeld dat een meisje niet ongesteld wordt (geen baarmoeder, eierstokken)

Slide 3 - Diapositive

Daarna nakijken klassikaal
Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 3 --> menstruatiecyclus
  • Uitleg basisstof 4 --> bevruchting
  • Video bevruchting en ontwikkeling embryo (7,5 minuten)
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2 voortplanting
  • 2.1 Voortplantingsstelsel man
  • 2.2 Voortplantingsstelsel vrouw
  • 2.3 Veranderingen in de puberteit
  • 2.4 Bevruchting en zwangerschap
  • 2.5 Geboorte
  • 2.6 Veilig vrijen
  • 2.7 Seksualiteit
  • 2.8 Erfelijkheidsonderzoek

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vrouwelijk geslachtsorgaan met de eicellen 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eicellen
Meisjes worden geboren met 400.000 onrijpe eicellen in hun twee eierstokken

Vanaf de puberteit rijpt er iedere 28 dagen één eicel ( = vruchtbaar)


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijpende eicel
  1. Onrijpe eicellen zitten in eierstok in blaasjes = follikels
  2. De eicel groeit/neemt voedingsstoffen op en het follikel neemt vocht op
  3. Na (±) 14 dagen is follikel zo groot dat het knapt (= ovulatie/ eisprong), de eicel komt nu in de eileider terecht.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondertussen in de baarmoeder...
Voor het geval de eicel bevrucht zou worden, moet de baarmoeder zich voorbereiden. 
Tijdens het rijpen van het eitje wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.
Wordt het eitje niet bevrucht, dan laat dit slijmvlies weer los = menstruatie/ ongesteld

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiecyclus
  1. Menstruatie en rijping van eicel
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Eisprong (ovulatie)
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik (door het gele lichaam)
  5. Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten --> menstruatie
Start op eerste dag van de menstruatie.
Een regelmatige cyclus duurt 28 dagen.
Op dag 14 is dan de ovulatie (eisprong)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtbare moment
  • De eicel komt vrij in één van de eileiders (ovulatie) 
  • De zaadcellen komen achterin de vagina terecht
  • De zaadcellen zwemmen door de baarmoeder richting beide eileiders
  • Eén zaadcel kan de eicel bevruchten (in de eileider)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bevruchting
Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 
dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 2.3 menstruatiecyclus en 
maken opdracht 2 en 3

Lezen 2.4 en 
maken opdracht 1





Slide 15 - Diapositive

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 
  • Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vindt de
bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eileider
D
Eierstok

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welk van de aangegeven delen vinden de eerste delingen van een eicel plaats, direct na de bevruchting?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Ovulatie
Menstruatie
Menstruatie

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ovulatie
Bevruchting
Celdeling
Innesteling

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions