1.4 Tijd

Spanning
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spanning

Slide 1 - Carte mentale

Spanning
Open plekken: je weet als lezer of kijker nog niet alles
Chronologie: door te spelen met de volgorde van gebeurtenissen
Perspectief: door te wisselen van perspectief of door een onbetrouwbaar perspectief

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Opdracht
We lezen tekst 1 op p. 25
Beantwoord vraag 1 t/m 4

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke begrippen
Vertelheden: het nu in het verhaal. Vanuit het nu wordt teruggekeken in de tijd of juist vooruitgekeken.

Flashback: een terugblik 
Flash forward: een vooruitblik

A-chonologie: verstoring van de chronologie in het verhaal

Slide 6 - Diapositive

Nog meer begrippen
Vooruitwijzing: je leest iets over wat er nog gaat gebeuren. 
Vertraging: iets wordt heel langzaam verteld. Er zijn relatief veel bladzijden nodig voor een korte periode in het verhaal.
Open plekken: soms roept het verhaal vragen op, die je nog niet kan beantwoorden. Het antwoord komt soms pas aan het einde.
Cliffhanger: het verhaal wordt onderbroken op een spannend moment. 

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Lees nu zelf tekst 2
Beantwoord vraag 5 t/m 11

Slide 8 - Diapositive

Wat is een open plek?
A
Een wond
B
Een gat
C
Een onbeantwoorde vraag
D
Een antwoord op een vraag

Slide 9 - Quiz

Wat betekent a-chronologie?
A
Een verhaal wordt in de juiste volgorde verteld
B
Een verhaal wordt in afwijkende volgorde verteld

Slide 10 - Quiz

Wat is een tijdsvertraging
A
De tijd vertraagt
B
Een schrijver schrijft relatief lang over een bepaalde periode
C
De volgorde van de tekst is niet chronologisch
D
De volgorde van de tekst is chronologisch

Slide 11 - Quiz