Wijzer! hoofdstuk 3 les 1 indeling dierenrijk

• Biologie
• Basisschool
• Groep 5

Kerndoel 40

De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

Kerndoel 40

Groep 5/6:

V E R SC H E I D E N H E I D E N E E N H E I D

• planten en dieren zijn op basis van kenmerken in te delen in soorten
  
• planten zijn in te delen in de hoofdgroepen: wieren, mossen, paardenstaarten, varens en zaadplanten
  
• eigenschappen en kenmerken van organismen passen bij de omgeving waarin ze leven (schutkleur, vorm)
  

Kerndoel 40

Groep 5/6:

I N S T A N D H O U D I N G

• soortkenmerken worden doorgegeven aan nakomelingen
  
• sommige delen van het lichaam hebben een beschermende functie
  
• sommige diersoorten vertonen gedaanteverwisseling
  
• onderdelen van een plant kunnen uitgroeien tot nieuwe individuen
  
• vorm van verspreiding bij planten hangt samen met omgeving
  

Kerndoel 40

Groep 5/6:

R E L A T I E  M E T  D E  O M G E V I N G

• organismen hebben bepaalde relaties in voedselketens
  
• een biotoop kenmerkt zich door de aanwezigheid van bepaalde planten en dieren

Kerndoel 41

De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Waar denk je aan bij natuur?
Welke dieren ken je allemaal?

Dit ga je leren

• Je leert hoe we dieren in groepen indelen.
• je leert over gewervelde dieren
• je leert over ongewervelde dieren

Hier zie je bergen van steen met sneeuw.

Bergen, sneeuw en wolken horen bij de 

niet-levende natuur. 

Dat betekent dat deze natuur niet leeft. 

Planten en dieren horen bij de levende natuur. 

Dat betekent dat deze natuur leeft. 

Levende natuur

De levende natuur bestaat uit planten en dieren.

Er zijn wel miljoenen soorten.

Al die soorten kun je indelen in groepen.

Levende natuur: de dieren

De dieren kunnen we verdelen in groepen. 

Als eerste kijken we naar de dieren die botten in hun lichaam hebben. 

Dit noem je gewervelde dieren. 

De gewervelde dieren kun je indelen in 5 groepen. 

Dit is een hagedis. Hij hoort bij de groep van reptielen 

Hier zie je een snoek. 

Hij hoort bij de groep van de vissen. 

Hier zien we een kikker. 

Hij hoort bij de groep amfibieën. 

Dit is een pimpelmeesje. 

Hij hoort bij de 

groep vogels. 

Dit is een hert. 

Die hoort bij de zoogdieren. 

1: Zoogdieren

Gewervelde 

dieren

2: Vogels

Gewervelde 

dieren

3: Reptielen

Gewervelde 

dieren

4: Amfibieën

Gewervelde 

dieren

5: Vissen

Gewervelde 

dieren

Bij welke groep hoort het dier?

1. amfibieën
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptielen

Bij welke groep hoort het dier?

1. vogels
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptielen

Bij welke groep hoort het dier?

1. amfibieën
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptielen

Bij welke groep hoort het dier?

1. amfibieën
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptielen

Bij welke groep hoort het dier?

1. amfibieën
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptielen

Levende natuur: de dieren

Er zijn ook dieren die geen botten in hun lichaam hebben. 

Dat noem je ongewervelde dieren.  

Hieronder zie je een aantal van die groepen. 

Bij welke dierengroep hoort het dier?

reptielen

insecten

vogels

amfibieën

spinnen

Evaluatie van de les

Noem drie dingen die je vandaag geleerd hebt.

Bedankt voor je inzet in de les.