Grammatica: zinsbouw 7

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Zinsbouw

De hoofdzin met een

infinitief aan het eind.

1-2a-3-2b-zin, 3-2a-1-2b-zin

2a-1-3-2b-vraagzin, 3-2a-1-2b-vraagzin

Doelen

1)  Je kunt zinsdelen herkennen.

2)  Je kunt zinnen maken met een

      persoonsvorm en een infinitief

      aan het eind.

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg zinsdelen

Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 

Een zinsdeel is één woord of

een groep woorden die bij elkaar horen

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg

De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.

Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.

In een hoofdzin staan de persoonsvorm

en het onderwerp altijd naast elkaar.

In een hoofdzin komt de persoonsvorm

bijna altijd op de tweede plaats.

Doel: Je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg

Het onderwerp = 1

De persoonsvorm = 2a en de infinitief = 2b

Een ander zinsdeel = 3

Voorbeeld

Het meisje	gaat	haar thee	opdrinken
1 onderwerp	2a persoonsvorm	3 ander zinsdeel (wat)	2b infinitief

Doel: je kunt zinnen maken met een infinitief aan het eind.

Voorbeelden

Straks	gaat	de jongen	zijn huiswerk	maken.
3 az (tijd)	2a pv	1 ond	3 az (wat)	2b ww

De jongen	gaat	straks	zijn huiswerk	maken.
1 ond	2a pv	3 az (tijd)	3 az (wat)	2b ww

Doel: je kunt zinnen maken met een infinitief aan het eind.

Voorbeelden

Wanneer	gaat	de jongen	zijn huiswerk	maken?
3 az (tijd)	2a pv	1 ond	3 az (wat)	2b ww

Gaat	de jongen	straks	zijn huiswerk	amaken?
2a pv	1 ond	3 az (tijd)	3 az (wat)	2b ww

Doel: je kunt zinnen maken met een infinitief aan het eind.

Opdracht

Maak 1-2a-3-2b-zinnen en 3-2a-1-2b-zinnen. 

Maak 2a-1-3-2b-vraagzinnen en 3-2a-1-2b-vraagzinnen.

Sleep de woorden naar de goede plaats.

1 ond

2a pv

3 az

tijd

2b ww

infinitief

wil

om 06.30 uur

opstaan

het meisje

3 az tijd

2a pv

1 ond

2b ww

infinitief

wil

om 6.30 uur

opstaan

het meisje

2a pv

1 ond

3 az wat

3 az

manier

2b ww

infinitief

heel precies

de leerling

nakijken

zijn huiswerk

wil

3 az manier

2a pv

1 ond

3 az

wat

2b ww

infinitief

zijn huiswerk

de leerling

nakijken

hoe

wil

Typ een korte zin met een infinitief aan het eind.

Typ een korte vraagzin met een infinitief aan het eind.

Vragen?

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt zinnen maken met een

     persoonsvorm en een infinitief aan het eind.

Heb je nog vragen?

Terugkijken naar de doelen

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt zinnen en vraagzinnen maken met een

     persoonsvorm en een infinitief aan het eind.

Vraag

Wat is de volgorde in een zin en in een vraagzin met een infinitief aan het eind?

Denk hier in stilte over na (halve minuut).

Ik kan zinsdelen herkennen.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.

Ik kan zinnen maken met een infinitief aan het eind.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.