MTH DA 2.1.4 Cholesterol

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Medisch Technisch handelen

DA 2

Periode 1

Les 4

Venapunctie, BSE, cholesterol

2022-2023

Programma

Welkom + Osiris

Vorige les

Cholesterol

Opdracht nabespreken 

Afsluiten 

Vorige les

• Vragen?
• Opdracht reeds besproken 

Leg in je eigen woorden uit wat D-dimeer is en wat de uitslag kan zijn

Wat is de referentiewaarde van CRP als het matig verhoogd is..

1. <10 mg/l
2. naar 500mg/l
3. 20-100mg/l
4. >100mg/l

Ter uitsluiting van hartfalen kan het volgende geprikt worden..

Vorige les

• Vragen over de opdrachten? 

Cholesterol 

Wat is de functie van cholesterol in het lichaam?

Wat zijn de referentiewaarden? 

HDL en LDL: wat is het verschil? 

 Cholesterol, deel 1 : Hoofdzaken klassikaal bespreken + filmpje laten zien

- Wat is de functie van cholesterol in het lichaam? Bouwstof voor cellen en hormonen.

- Wat zijn de referentiewaarden? Uit reader aanhouden:

 < 5,0 mmol/L = ideaal,

5,0 – 6,5 mmol/L = licht verhoogd

6,5-8,0 mmol/L = verhoogd

> 8,0 mmol/L = sterk verhoogd

- HDL/LDL introductie: Lipoproteine = vetmolecuul met randje eiwit eromheen.

High Density Lipoprotein = het goede cholesterol, vervoert het teveel aan vetten af naar de lever

Low Density Lipoprotein = het slechte colesterol, vervoert het cholesterol naar allerlei plaatsen in het lichaam waar het zich aan de binnenkant van de bloedvaten kan nestelen.

Cholesterol 

• Cholesterol vetachtige stof =zeer belangrijk voor het lichaam: lichaamscellen aan te maken, grondstof voor bepaalde hormonen en galzuren
• Lichaam maakt dit zelf merendeel aan: op 2 manieren inname aangemaakt door lever en deels darmen opgenomen vanuit voeding 50/50

- HDL/LDL introductie: Lipoproteine = vetmolecuul met randje eiwit eromheen.
High Density Lipoprotein(HDL) = het goede cholesterol, vervoert het teveel aan vetten af naar de lever, dan uitscheiden
Low Density Lipoprotein (LDL)= het slechte cholesterol, vervoert het cholesterol vanuit de lever naar allerlei plaatsen in het lichaam waar het zich aan de binnenkant van de bloedvaten kan nestelen.

Referentiewaarde 

totaal cholesterol= < 5,0 mmol/L 

LDL-cholesterol= < 2,5 mmol/L

HDL-cholesterol= >1 mmol/L

Extra informatie 

- Triglyceriden <2 mmol/L zijn de vetvoorraad in het lichaam en als zodanig grotendeels opgeslagen in vetweefsel. Een deel van de triglyceriden wordt in het bloed vervoerd als energiebron voor de spieren. Na een maaltijd kan bloed meer triglyceriden bevatten, omdat ze vanuit de darm (voedselopname) via het bloed naar het vetweefsel (vetopslag) worden gebracht. Bij screening voor diabetes of cardiovasculair risicomangement (CVRM) wordt dit gebruikt 

Blz MTH 

Interventie 

• Medicatie: voorbeelden zijn: statines                                   werking voor totaal cholesterol, LDL ( aanmaak in de lever), minder opname in de darmen
• Voeding, leefstijl ( preventie) 

Casus voor cholesterol opdracht 

Schrijf een voedingsadvies en leefstijladvies voor mevrouw de Vries (12-02-1963): zij heeft een cholesterolgehalte van 6.8 mmol/l, LDL 3,5 mmol/l en het HDL <1 mmol/l. Het voedingsadvies bevat voorbeelden voor het ontbijt, de lunch en het diner.

1. halve liter water drinken, bilspieren aanspannen, benen kruizen, knie buigingen laten maken

2. Naald enkele mm opschuiven wel vacuüm behouden! - naald kwartslag draaien- stuwband losser maken - nieuwe buis plaatsen

3. stuwband los -naald verwijderen -afdrukken

4. Procedure INR: acenocoumarol/fenprocoumon: citraatbuis (lichtblauw) vullen - buis mag weg als je hem niet nodig hebt -stuwband losmaken en rest ongestuwd afnemen, daarna nomaals lichtblauwe dop (citraatbuis) vullen 

Cholesterolopdracht: 

Groep 1: 3 Voorbeelmenu's voor het ontbijt

Groep 2: 3 Voorbeeldmenu's voor de lunch

Groep 3: 3 Voorbeeldmenu's voor het diner

Groep 4: Lijstje met verantwoorde tussendoortjes + leefstijladviezen

Doel: onsteking/maligniteit bv.

Deze snelheid hangt af van:

* Eiwitsamenstelling van het plasma: albumine/globuline

* De vorm en de grootte van de erytrocyten

Het onderzoek is niet specifiek, wat betekent dat? Net als bijv. bij bloeddruk: niet afwijkend bij 1 bepaalde aandoening.

Referentiewaarden > MTH-boek.

Afkapwaarde 24 mm/ per uur als grens.

Verhoogde bezinking komt voor bij:

• Infectieziekten; acuut of chronisch

• Kwaadaardige ziekten; o.a. tumoren

• Anemie

• Acuut en chronisch reuma

• Graviditeit

Verlaagde bezinking komt voor bij:

• polycythaemie

• uitdroging

• hoge bloedsuikerwaarde

De bezinking is ook een methode om het verloop van een ziekte te volgen, maar wordt ook vaak in combinatie met andere bepalingen aangevraagd door een huisarts.

Een normale bezinking sluit echter niet uit, dat er niets ernstigs aan de hand is.

Is dus niet specifiek!!

De methode > wordt uitgelegd in de praktijkles. Verhouding 0,4 en 1,6 ml is wel zeer belangrijk voor betrouwbare uitslag.

• de macro-methode volgens Westergren

0,4 ml. Na-citraat 3,8% en 1.6 ml. bloed

Aandachtspunten bij het aflezen, deze noteer je bij de uitslag.

• sluiering: de scheiding tussen plasma laag en erytrocyten is niet duidelijk

• BUFFYCOAT = grijswitte laag boven de erytrocyten, aantal leukocyten zijn verhoogd = leukocytose

• De KLEUR van het plasma indien afwijkend:

Geel - icterisch

Wit - lipemisch

Rozerood - hemolytisch

Kleurloos/waterig- anemisch

Afsluiten + huiswerk

• Vragen?
• BSE & venapunctie 
• Alle theorie van de afgelopen weken leren
• Toets in de bijzondere lesweek