Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog?
Slide 3 - Diapositive
Waarvoor heeft je lichaam bouwstoffen nodig?
A
voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur
B
voor groei, ontwikkeling en herstel
C
voor het beschermen van het lichaam tegen ziekten
D
voor het leveren van energie
Slide 4 - Quiz
Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten
Slide 5 - Quiz
Vera heeft haar boterham met salami drie dagen lang in haar tas laten zitten. Toen ze haar boterham smeerde zaten er 3 bacteriën op de salami. De bacteriën delen zich iedere 4 uur. Hoeveel bacteriën zitten er op de salami na drie dagen? N=b x g^t b= beginwaarde, g=groeifactor (2), t=aantal delingen in de totale tijd
Slide 6 - Question ouverte
Giftige stoffen
Slide 7 - Diapositive
Giftige stoffen
De maximale hoeveelheid gif die je mag binnenkrijgen is de maximale dosis
Vaak in miligram of microgram (miljoenste gram)
Slide 8 - Diapositive
Dosis-effect diagram
LD50 is letale dosis 50, de dosis waarbij 50% van de organismen sterft
Slide 9 - Diapositive
Stof A heeft een LD50 van 10, stof B heeft een LD50 van 20. Welke stof is dodelijker?
A
10 microgram
B
20 microgram
Slide 10 - Quiz
Dosis-effect diagram
Het no-effect-level voor cadmium is 0,0022 microgram/kg lichaamsgewicht/dag.
Hoeveel microgram mag een konijn van 2kg maximaal per dag binnenkrijgen?
Gebruik bron 5, blz. 34. Lees ook de tekst over de veiligheidsfactor
Slide 11 - Diapositive
Dosis-effect diagram
Het no-effect-level voor cadmium is 0,0022 microgram/kg lichaamsgewicht/dag.
Hoeveel microgram mag een konijn van 2kg maximaal per dag binnenkrijgen?
Gebruik blz. 34 uit je tekstboek
(0,0022 / 100) * 2 = 0,000044 microgram
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
01:29
Deze proefdieren leven in een ideale omgeving en worden daar ook getest. Waarom is het beter als deze dieren niet in hun ideale leefomgeving, maar in het wild worden getest?
Slide 15 - Question ouverte
04:51
Het blijkt dus dat het middel veel giftiger is dan in eerste instantie is gedacht. Is het goed om dit te blijven gebruiken? Het zorgt er immers wel voor dat de gewassen gezond blijven en de boer een betere opbrengst heeft.