4.1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lezen

Wat gaan we doen?

Taalverzorging H4.1

• Herhaling onderwerp in de zin
• Nakijken huiswerk
• Uitleg basiszin + uitbreiding
• Aan de slag met opdrachten

Doel van de les: Je kunt het onderwerp in de zin benoemen. Je weet wat een basiszin is. Je weet hoe je een basiszin kunt uitbreiden. 

Let op: soms staat een werkwoord gesplitst in de zin!

Ik schrijf de aantekeningen op.

Weet je het nog???

Lees onderstaande zin. 

Mensen zouden geld moeten geven aan daklozen.

1. benoem de werkwoorden

2. benoem het werkwoordelijk gezegde

3. benoem het onderwerp

Hoe vind je een onderwerp in de zin?

Open je boek op blz 89. 

We gaan het huiswerk 

nakijken.

4.1

Basiszin

Een doe-zin heeft een persoonsvorm (wat gebeurt er?) en een onderwerp (wie of wat doet iets?)

Een zo kort mogelijke zin noemen we een basiszin:

Ik loop

Wij werken

Opa slaapt

We kunnen de basiszin uitbreiden met extra informatie.

Opa slaapt.

Opa slaapt elke avond.

Opa slaapt elke avond in zijn stoel.

Opa slaapt elke avond in zijn stoel bij de kachel.

Je kunt de zinsdelen ook husselen met elkaar. Kijk maar:

Elke avond slaapt opa in zijn stoel bij de kachel

Bij de kachel slaapt opa elke avond in zijn stoel.

Maak een basiszin met het werkwoord 'voetballen'.

Breid de zin nu uit met 3 extra zinsdelen. Denk aan wie? waar? wanneer? waarmee? hoe laat? etc

Huiswerk:

Opdr 5, blz 93

Opdr 7 t/m 10, blz 94 t/m 97