1KT Wiskunde oefeningen H8

Wiskunde
Deze week heb je geleerd over woordformules en formules met letters. Hier ga je nu een oefentoets over maken om te kijken of je alles hebt begrepen. 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wiskunde
Deze week heb je geleerd over woordformules en formules met letters. Hier ga je nu een oefentoets over maken om te kijken of je alles hebt begrepen. 

Slide 1 - Diapositive

De eerste  4 vragen gaan over deze informatie:
Berat geeft een feestje. Hij laat uitnodigingen drukken. De kosten van de kaarten berekent hij met de woordformule:
Kosten in € = 5 + 0,50 x aantal kaarten

Slide 2 - Diapositive

Kosten in € = 5 + 0,50 x aantal kaarten
Wat zijn de vaste kosten?

Slide 3 - Question ouverte

Kosten in € = 5 + 0,50 x aantal kaartenWat kost één kaart zonder vaste kosten?

Slide 4 - Question ouverte

Kosten in € = 5 + 0,50 x aantal kaarten
Wat kosten 15 kaarten. Schrijf de som op die je maakt.

Slide 5 - Question ouverte

Kosten in € = 5 + 0,50 x aantal kaarten
Wat kosten 21 kaarten?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Van welke formule is het begingetal 55?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

Van welke formule is het stijggetal 70?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Van welke formule is het daalgetal 2?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quiz

Welke formule is een dalende grafiek?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent in de folder de letter t?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het vaste bedrag voor kleine aanhangers?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het stijggetal in de formule voor lange ladders?

Slide 15 - Question ouverte

Gebruik bij de volgende 3 vragen deze formule

Huurprijs in € = 15 + 5 t
t = tijd in dagen

Slide 16 - Diapositive

Huurprijs in € = 15 + 5 t
Neem t = 4 en bereken de huurprijs.
Schrijf de som op.

Slide 17 - Question ouverte

Huurprijs in € = 15 + 5 t
Neem t = 23 en bereken de huurprijs.

Slide 18 - Question ouverte