Hoofdstuk 5.2.2. en 5.3 - De brutoverkoopprijs en van inkoopprijs naar consumentenprijs

Hoofdstuk 5.2.2. en 5.3 - Bruto-verkoopprijs en van inkoopprijs naar consumentenprijs


Financieel
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FinancieelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5.2.2. en 5.3 - Bruto-verkoopprijs en van inkoopprijs naar consumentenprijs


Financieel

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik vorige lessen
  • Leerdoelen bespreken
  • Uitleg hoofdstuk 5.2.2. en 5.3
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige lessen
Inkoopprijs = 100%
Btw                             +
Inkoopfactuurprijs
Inkoopprijs = 100%
Brutowinstopslag +
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs
Brutowinstmarge               +
Netto-verkoopprijs = 100% 

Slide 3 - Diapositive

De bruto-verkoopprijs (consumentenprijs)

  • Netto-verkoopprijs verhogen met BTW
  • Netto-verkoopprijs als basis, dus 100%
  • Afhankelijk van Btw-tarief, wordt
     consumentenprijs 109% of 121%

Slide 4 - Diapositive

De bruto-verkoopprijs (consumentenprijs)


Netto-verkoopprijs = 100%
BTW (9% of 21%)                      +
Consumentenprijs = 109% of 121%

Slide 5 - Diapositive

Consumentenprijs

Inkoopprijs
Brutowinst (opslag of marge) +
Netto-verkoopprijs
BTW (9% of 21%)                            +
Consumentenprijs

Inkoopprijs = 100%
Brutowinstopslag +
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs
Brutowinstmarge            +
Netto-verkoopprijs = 100%
Netto-verkoopprijs = 100% BTW (9% of 21%)               +
Consumentenprijs
Of
+

Slide 6 - Diapositive

Consumentenprijs met brutowinstopslag
Consumentenprijs met brutowinstmarge
Inkoopprijs  100%
Brutowinst  30%
BTW
9% of 21% 
100% voor berekening BTW!
BTW
9% of 21% 
Brutowinst
20% 
Inkoopprijs  80%

Slide 7 - Diapositive

Oefenopgave
Een bedrijf hanteert voor een product, een consumentenprijs van €302,50. Het product valt onder het lage BTW tarief. Over de inkoopprijs van dit product rekent het bedrijf een brutowinstopslag van 25%. Bereken de inkoopprijs van dit product.

  • 302,50 / 121 x 100 = €250
  • Brutowinstopslag, dus inkoopprijs = 100%
  • 250 / 125 x 100 = €200
Inkoopprijs
Brutowinst            +
Netto-verkoopprijs
BTW                        +
Consumentenprijs

Slide 8 - Diapositive

Oefenopgave
Een bedrijf koopt een product in voor €240 en hanteert een brutowinstmarge van 20%. Het product valt onder het hoge Btw-tarief. Bereken de consumentenprijs.

  • 240 / 80 x 100 = €300
  • Brutowinstmarge, dus netto-verkoopprijs = 100%
  • 300 x 1,09 = €327
Inkoopprijs
Brutowinst            +
Netto-verkoopprijs
BTW                        +
Consumentenprijs

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
  • Maken opdrachten hoofdstuk 5 (alles)
  • Klaar? Socrative.com -> Roomname: MFA0
 
  • Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op!
  • Mag samenwerken met degene naast je.
  • Mag met oortjes/muziek in werken.

Slide 10 - Diapositive