we weten dat deze twee domeinen (archae en bacteriën) verschillen door verschillen in het RNA van ribosomen en verschillen tussen celwand en -membraan. Daarnaast blijkt archae over hele verschillende interne stofwisselingsprocessen te beschikken. Chemosynthese bijvoorbeeld. Hierdoor worden archae ook wel extremofielen genoemd.
Slide 10 - Diapositive
onderdelen
Slide 11 - Diapositive
Waarom hebben bacterien ook ribosomen nodig?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Bacteriecel
soorten bacteriën (79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel
Slide 14 - Diapositive
Als gemiddelde bacterie 10x korter is dan een dierlijke cel, hoeveel kleiner is het volume dan?
Slide 15 - Question ouverte
Nuttige prokaryoten
beschermlaag tegen ziekteverwerkkers
'Darmflora' helpt bij vertering van voedsel
Biotechnologie voor produceren van o.a. yoghurt, zuurkool, insuline (hormoon)
Slide 16 - Diapositive
Leipe bacteriën
kunnen in de ruimte overleven!
Kunnen vrij DNA dat ze tegenkomen opnemen
Kunnen via een buis DNA met elkaar delen (plasmiden)
Veroorzaken veel ziektes (zie 79A). Denk bijv. aan - (keel)ontsteking - salmonella - cholera - tubercolose
Delen ontzettend snel, sommige wel elke 20 min onder goede omstandigheden.
(Voor de snelle rekenaar: hoeveel bacteriën kan je dan hebben na 24 uur?
Slide 20 - Diapositive
Chemo-autotroof
- Sommige Archaea (en enkele bacterien) zijn chemo-autotroof: in staat om organische stoffen te maken uit anorganische stoffen met behulp van energie uit een chemische reactie. - Archaea leven vaak onder extreme toestanden. (extremofiel; bijvoorbeeld in onze darmen, zonder O2)
Slide 21 - Diapositive
even verwerken ....
maak nu opdracht 13, 14, 16, 18.
Slide 22 - Diapositive
Virussen, wat zijn dat en hoe werken ze?
Slide 23 - Carte mentale
Gem. 0,1 µm lang.
Discussie of virus leeft - zie 77D - argumenten voor/tegen?
Virus dat op bacteriën richt heet 'bacteriofaag'
Een virus leeft niet. Behoort dus ook niet tot de pro- of eukaryoten.