introductie medium Grieks schooljaar 2425

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Het Medium in het Grieks


- Je maakt kennis met het medium in het Grieks
- Je kan de vormen van het medium herkennen 

Slide 3 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord: Medium?
Probeer te raden wat voor een soort grammatica dit is

Slide 4 - Question ouverte

Het medium is een vorm van het werkwoord dat tussen het actief en passief in zit. 

Slide 5 - Diapositive

Kun je een Nederlands voorbeeld bedenken van een vorm die tussen het passief en actief in zit?

Slide 6 - Question ouverte

De rijtjes van het medium

Slide 7 - Diapositive

Welke uitgangen van
het medium ken je nog?

Slide 8 - Carte mentale

Praesens:
alvast gezien: maak er een liedje van
  • μαι
  • σαι
  • ται        
  • μεθα                                                         imperat. ev. ου
  • σθε                                                           imperat. mv. σθε
  • νται                                                           inf. σθαι

Slide 9 - Diapositive

nog een rijtje: verleden tijd (imperfectum en aorist), maak er een liedje van
  • μην
  • σο
  • το
  • μεθα
  • σθε
  • ντο 

Slide 10 - Diapositive

Lees eerst H25 en H26
Hoe wil je nu aan de slag?
Ik wil extra oefeningen
Ik wil nog meer uitleg
Ik ga de grammatica zelf bestuderen

Slide 11 - Sondage

Zelf aan de slag
Lees eerst H25 en H26
Oefenen met vormen? maak oefening 26E
Oefenen met vertaling? maak oefening 26A of 26B

Of:
Ga aan de slag met de tekst of het PO

Slide 12 - Diapositive

Het Medium
Het medium is een type werkwoord tussen actief en passief in. 
Voorbeeld: 
Actief : Ik was mijn hond
Passief: Ik word gewassen 
Medium: Ik was mezelf

Je kan bedenken dat als iets in het medium staat je dit voor jezelf doet. 

Slide 13 - Diapositive

Typen werkwoorden
Er bestaan 2 typen werkwoorden voor het medium:

1.  werkwoorden die ook een actieve vorm hebben (bijvoorbeeld λυω)

2. werkwoorden die alleen een medium-vorm hebben. Dit noemen we het medium tantum. (deze hebben doorgaans een actieve betekenis, vergelijk deponentia in het Latijn). Bijvoorbeeld: δύναμαι, kunnen

Slide 14 - Diapositive

Gebruik van het medium
Hoe vertaal je het medium? Er zijn verschillende opties: 
A. Het kan een medium tantum (een vorm die alleen in het medium bestaat) zijn en dan doe je er niets mee. 

B. Er bestaat ook een actieve vorm. Dan kun je het medium op de volgende manieren vertalen:
1. wederkerend: ‘Ik was mezelf’
2.  belanghebbend: Ik was voor mijzelf/ten behoeve van mijzelf
3. Passief: In het praesens wordt de mediumvorm ook voor het passief gebruikt 
4. Let op: soms krijgt het medium een andere betekenis, zoals bij φαινω en φαινομαι

Slide 15 - Diapositive