KLASNL oefentoets les 10

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

KLASNL oefentoets les 10

Wat is dit?

Wat zijn dit?

Ik kan niet goed slapen. Ik ben zo.....

1. direct
2. moe
3. favoriet
4. aanwezig

Geel is een mooie..........

Bram..................... vandaag een rode broek.

1. zit
2. loopt
3. gaat
4. draagt

Wil je helpen? Ik kan niet goed ................. met de auto.

1. zitten
2. lopen
3. parkeren
4. passen

Bram heeft een jas in de winkel..............

1. vies
2. gekocht
3. verjaardag
4. ruilen

Je witte broek is helemaal groen! Hij is niet...............

1. vies
2. ruilen
3. lenen
4. schoon

Bram, ............... we morgen op het schoolplein voetballen?

1. hebben
2. zullen
3. worden
4. zijn

De..................... van 100

1. helft
2. stuk
3. helemaal
4. spijt

Bram heeft veel ........................ Hij kan elke dag iets anders dragen.

1. broeken
2. helaas
3. kledingstukken
4. kapot

schrijf een zin met het woord
spijkerbroek

schrijf een zin met het woord
prijs

schrijf een zin met het woord
betalen

Nederland heeft veel ................ treinen

1. geel
2. gele
3. geele
4. gelle

leuk
Bram gaat naar een .................. school.

De juf schrijft met een .............. potlood

1. rood
2. rode
3. roode
4. rodde

Ik vind die .............. broek mooi.

1. groen
2. groene
3. groenne
4. grone

klein
Ik zit in een ..................... groep.

moeilijk
De docent geeft soms ....................... oefeningen.

lekker
Mijn moeder heeft .................... koffie.

Bram vindt lezen............... dan schrijven

1. makkelijk
2. makkelijker
3. makkelijkst
4. makkelijke

Birdzhan is een ..................... jongen

1. grappige
2. grappig
3. grappiger
4. grappigste

Nederland is een ................. land.

1. klein
2. kleine
3. kleiner
4. kleinst

Dit is de .................... weg naar school.

1. kort
2. korte
3. korter
4. kortste

Turki is ....................... dan Mays.

1. lang
2. lange
3. langer
4. langst

groot
Dit is de ...................... winkel van de stad

droog
Deze zomer is heel ...................

jong
Mijn broer is ...................... dan mijn zus.

warm
Vandaag is de ................. dag van het jaar!