Bloed

Bloed
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bloed

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema
Module
TM
Week 1
Regels medicatie
VTH 7.2 en 7.3
Week 2
Werking medicatie
VTH 7.1
Week 3
Hart en bloedvaten
Anatomie
6
Week 4
Bloed 
6
Week 5
Herhaling/TM
6
Week 6
Afweersysteem
9
Week 7
Ademhalingsstelsel

7
Week 8
Ademhalingsstelsel
7
Week 9
Herhaling/TM
7 en 9

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart
Herhaling
TM 13 t/m 20 maken
Tijd: 30 min

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. De functies van bloed noemen. ​
  2. De verschillende bloedcellen en hun functie benoemen. ​
  3. Weet je wat bloedgroepen inhouden
  4. Weet je hoe de bloedstolling werkt





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed
  • Transport 
  • Bloedcellen 
  • Waterige stof ​​

Ruim 5 liter 

Gassen
Voedingstoffen
Hormonen
Afvalstoffen

Rode bloedcellen,
Witte bloedcellen,
Bloedplaatjes 
Bloedplasma

Slide 5 - Diapositive

Hoeveelheid bloed bij een gemiddeld mens = 7,5% van het totaal gewicht.

Transport middel, die weefsels voorziet van zuurstof en voedingsstoffen (voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstof en koolzuur.)

Daarnaast speelt het bloed een belangrijke rol in de afweer van het lichaam door het vervoer van de witte bloedcellen en antistoffen.
Tevens zorgt het voor het stollen van het bloed als het buiten de bloedbaan komt.

Waterige stof, grootste gedeelte van het bloed, waarin veel stoffen zijn opgelost. Zoals plasma.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed samenstelling
55% bloedplasma ​

45% bloedcellen:​
- rood                    = erytrocyten​
- wit                        = leukocyten ​
- bloedplaatjes = trombocyten​

Slide 7 - Diapositive

Als je alle bloedcellen en de bloedplaatjes van het bloed hebt gescheiden, blijft er bloedplasma over.
De bestanddelen van bloedplasma zijn:
water (plasma bestaat voor 90% uit water)
zouten;
plasma-eiwitten;
bloedgassen;

Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof
Witte bleodcellen: regelen de afweer
tijdelijk aanwezige stoffen.
Bloedplasma
Alle bestanddelen behalve bloedcellen en bloedplaatjes

Grootste deel (91%) water

Slide 8 - Diapositive

Voor de rest, vitamine, mineralen, eiwitten en hormonen

Als je alle bloedcellen en de bloedplaatjes van het bloed hebt gescheiden, blijft er bloedplasma over.
De bestanddelen van bloedplasma zijn:
water (plasma bestaat voor 90% uit water)
zouten;
plasma-eiwitten;
bloedgassen;
Rode bloedcel
  • Zien eruit als een discus​
  • Hebben geen celkern​
  • Oude cellen worden door lever en milt verwijderd




Slide 9 - Diapositive

Een bloedcel verouderd met de tijd, deze wordt afgebroken en verwijderd door de lever en de milt.
Aanmaken van nieuwe cellen gebeurd in de bloedproducerende weefsels --> rode beenmerg en lymfatisch weefsel.

De afbraak van rode bloedcellen gebeurt voor een klein deel in de bloedbaan en voor het grootste deel in de milt. De milt filtert oude en beschadigde rode bloedcellen uit het bloed en breekt ze af. De lever en het beenmerg breken ook rode bloedcellen af. Bij afbraak komt ijzer vrij
Rode bloedcel
  • Gevuld met ‘hemoglobine’= Hb ​
  • Hemoglobine vervoert zuurstof
  • In hemoglobine zit ijzer, dit geeft een rode kleur ​



Slide 10 - Diapositive

Aan 1 bloedcel kan 1 O2 molecuul vasthaken.

In zuurstofrijke omgeving plakt O2 makkelijk aan hemoglobine.

In zuurstof arm omgeving laat hemoglobine makkelijk het O2 los
Witte bloedcellen
  • Voor afweer van het lichaam​
=> opruimen vreemde stoffen​
=> opruimen ziekteverwekkers​
=> opruimen oude / zieke lichaamscellen ​




Slide 11 - Diapositive

3 verschillende witte bloedcellen:
granulocyten;
monocyten;
lymfocyten.

Werken allemaal voor de afweer van het lichaam.

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplaatjes

  • Belangrijk voor bloedstolling
  • In milt liggen bloedplaatjes opgeslagen als nood bij grote bloeding

Slide 13 - Diapositive

Trombocyten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedgroepen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen op de bloedcellen
Bloedgroep A                 Bloedgroep AB




Bloedgroep B                    Bloedgroep 0

Slide 16 - Diapositive

De bloedgroep wordt bepaald door een suikerstructuur op je rode bloedcellen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedstolling

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wond

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke foto zie je de bloedplaatjes
A
B
C

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloedplaatjes ....
A
vervoeren zuurstof
B
helpen bij het dichten van wondjes
C
spelen een rol bij de afweer
D
zijn het vloeibare deel in het bloed

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er als bloed te snel stolt?

Slide 24 - Question ouverte

Trombocytose (trombose)
Wat gebeurd er als er te weinig bloedplaatjes zijn

Slide 25 - Question ouverte

trombocytopenie door verminderde aanmaak bloedplaatjes of te groot gebruik bloedplaatjes
Anemie
Anemie = bloedarmoede
Het bloed kan te weinig zuurstof vervoeren

Er is een tekort aan rode bloedcellen of het eiwit hemoglobine in het bloed. 
Soms tijdelijk, soms chronisch
Veel vormen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
vermoeidheid;
kortademigheid;
duizeligheid;
het gevoel hebben flauw te vallen;
hartkloppingen;
zweten;
hoofdpijn;
oorsuizen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions