Les 15-03

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Cours du 15-03

Programme

- Kahoot

- Répéter

  - 'Bijvoeglijk naamwoord'

- Les devoirs: questions?

- Bron D: passé composé

- Voca E en F (leerwerk)

- Faire ex. F+D

Lesdoelen

Na de les kan ik de verschillende vormen van avoir noemen. 

Na de les kan ik de verschillende ontkenningen noemen.

Na de les versta ik in grote lijnen een gesprek over vakantie tussen twee jongeren. 

Na de les kan ik de verschillende voorzetsels opnoemen van landen en steden en weet ik waarom hier verschil in zit. 

Répéter

De volgende onderdelen gaan we nu herhalen:

- bijv. naamwoord

Wat heb jij nog onthouden over het
Bijv. naamwoord?

Bijvoeglijk naamwoord

Wie kan mij uitleggen hoe het bijv. naamwoord werkt? 

Bijvoeglijk naamwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
• Het geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
• Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans vaak achter een zelfstandig naamwoord.

La famille est grande.

La femme est gentille.

Dus:

In het Frans past het bijv. nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

La fille est jolie

Les filles sont jolies

Le garçon est joli

Les garçons sont jolis

Dus:

Wanneer een bijv. nw eindigt op een -e, dan krijgt het geen extra -e bij de vrouwelijke vorm.

> un garçon timide - une fille timide

Wanneer een bijv. nw eindigt op een -s, dan krijgt het geen extra -s in het meervoud. 

> un éléphant gris - des éléphants gris

Les devoirs

Il y a des questions?

Introduction chapitre 1

In dit hoofdstuk over vakantie:

Luisteren

Lezen

P.C (passé composé met avoir)

Bezittelijk voornaamwoord

Paragraphe D: passé composé

Grammaire:

Open je e-book op bladzijde 32

Weet je nog:

De passé composé

Hoe vertel je iets over afgelopen weekend?

• Ik heb gesport.
• Wij hebben gedanst.

• vorm van hebben + voltooid deelwoord (ge...)
• dus 2 werkwoorden!

De passé composé: maken

Wij hebben gedanst 

1. juiste vorm 'hebben'

2. voltooid deelwoord maken

3. achter elkaar zetten

De passé composé: maken

• Wat is hebben in het Frans?

De passé composé - Avoir

Hebben = avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Wij hebben gedanst

Nous avons + gedanst

De passé composé: maken

1. juiste vorm 'hebben'

2. voltooid deelwoord maken

3. achter elkaar zetten

De passé composé - voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Werkwoorden eindigend op -er

1. Hele werkwoord                                   (parler)
2. Haal de laatste -r weg                           (parle)

3. Zet een streepje op de laatste -e: -é     (parlé)

Wij hebben gedanst

Nous avons + dansé

dansen > danser

 -er = dans

é er achter plaatsen = dansé

De passé composé: maken

1. juiste vorm 'hebben'

2. voltooid deelwoord maken

3. achter elkaar zetten

Wij hebben gedanst

Nous avons dansé

Dit geeft het volgende stappen plan

Stappenplan:

1. hele werkwoord -er.

    bv: regarder - er = regard

    Dit heet de stam.

    Vervolgens plaats je 'é'         

    áchter de stam.

    > regardé

2. kies de juiste vorm van 'avoir'.      bv: Elle .... regardé

    Kijk naar je rijtje 'avoir'. 

    Bij 'elle' hoort 'a'

3. Zet het achter elkaar aan:

    Elle a regardé. 

Voca E + F

Vocabulaire

Open je boek op blz 51

Maintenant, c'est à vous

Maak nu zelf: ex.16a,b,c,d + 17a,b,c + 25 helemaal en 26 helemaal 

klaar? Oefenen met slim stampen, voca E en F

Les devoirs

Maken voor de volgende les:

- ex. 16, 17, 25 en 26

- leren voca E en F 

- leren passé composé