B1D Formatieve toets par. 4.2, 4.3, 4.5 en 4.6

Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  
 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  
 

Slide 1 - Diapositive


Wat is een horige
A
Een geestelijke
B
Een leenman
C
Een vrije boer
D
Een boer die gebonden is aan de grond

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar?

'Horigen mogen het domein zomaar zelf verlaten'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?

'Vrije boeren krijgen ook bescherming van een heer'
A
Niet waar
B
waar

Slide 4 - Quiz

Benoem één voordeel van het hofstelsel voor de boeren en één voor de heer

Slide 5 - Question ouverte

Waar of niet waar?

'Zelfvoorzienend zijn betekent dat je voor jezelf kan zorgen zonder anderen nodig te hebben.'
A
Niet waar
B
waar

Slide 6 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door iemand anders'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 7 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'Edelman die een gebied bestuurt in opdracht van iemand.'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 8 - Quiz

Dit systeem heet het  ....
Feodaal stelsel 
Leenman
Leenheer
Koning
Edelen

Slide 9 - Question de remorquage

Welke drie standen waren er in de Middeleeuwen en welke taak hadden ze?

Slide 10 - Question ouverte

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 11 - Question de remorquage

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen kon iedereen lezen en schrijven.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 12 - Quiz


Hoe verspreidde Karel de Grote het christendom in Europa?
A
Oorlog voeren, kloosters bouwen en missionarissen sturen
B
Kloosters bouwen, geen oorlog voeren en geloof verplicht maken
C
Missionarissen sturen naar christelijke gebieden en kloosters bouwen
D
Door afspraken te maken met andere koningen om Christen te worden

Slide 13 - Quiz


Geef een voordeel en een nadeel van het leenstelsel (feodalisme)

Slide 14 - Question ouverte

Welk begrip past het beste bij de omschrijving?

'Een monotheïstische godsdienst waarbij Mohammed de profeet is'

A
Het Christendom
B
De Islam
C
Het Jodendom
D
Hindoeïsme

Slide 15 - Quiz


Het boek waarin de verhalen van Mohammed in staan heet?
A
Torah
B
Bijbel
C
Koran
D
De tien geboden

Slide 16 - Quiz


Wie was Mohammed
A
Een handelaar uit Mekka
B
Een visser uit Bethlehem
C
De profeet van God
D
Een Timmerman uit Mekka

Slide 17 - Quiz


Wat zijn de vijf zuilen van de Islam?

Slide 18 - Question ouverte


Hoe verspreidde de Islam over de Arabische wereld?

Slide 19 - Question ouverte