1.6 Biotechniek

1.6 BIOTECHNIEK
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.6 BIOTECHNIEK

Slide 1 - Diapositive

Biotechniek
Het door mensen gebruiken van levende wezens om ze met een bepaalde techniek voor je te laten werken.

Slide 2 - Diapositive

voedingsmiddelen
Melk +  melkzuurbacteriën --> Yoghurt

Breken de melksuiker af tot melkzuur
Hierbij gebruiken ze de energie uit de suiker

Slide 3 - Diapositive

Het gebruik van schimmels,
zoals gist.
Gist = een 1-cellige schimmel die leeft van suikers (glucose) in het meel.
Gist scheidt koolstofdioxide (dit gas vormt belletjes) en alcohol uit ==> het deeg wordt luchtig (belletjes). De alcohol verdampt in de oven. 

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

Slide 4 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

  • Schimmelkaas
  • Penicilline (1929)
  • Antibiotica: verzamelnaam voor bacteriedodende geneesmiddelen

Slide 5 - Diapositive

Antibiotica doden bacteriën

Slide 6 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van bacteriën'
Fermentatie: bacteriën worden gebruikt om eten te conserveren.

  • Melkzuurbacteriën: Yoghurt en Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 7 - Diapositive

Rioolwaterzuivering

Slide 8 - Diapositive

rioolwaterzuivering
Bacterie kweek tank: roeren en lucht toevoegen
a. goede vermenging organisch afval met de bacteriën
b. Toevoer zuurstof voor de verbranding van bacteriën
c. De bacteriën krijgen  energie uit het afbreken van de organische stoffen 

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt voorbeelden geven van hoe je schimmels kunt gebruiken.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe je bacteriën kunt gebruiken
- Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is en daar voorbeelden bij geven.

Slide 10 - Diapositive

Moderne biotechnolgie
Eigenschappen van dieren en planten veranderen.
Door veredelen= planten selecteren met de juiste erfelijke eigenschappen en daar nieuwe rassen van maken.

Bij dieren heet dit fokken.

Slide 11 - Diapositive

Veredeling
Veredeling: door selectie en kruising ontstaan verschillende rassen met eigenschappen die gunstiger zijn.
Bijvoorbeeld wortels: zijn oranje door kweken

Slide 12 - Diapositive

 veredeling

Slide 13 - Diapositive

Veredeling

Slide 14 - Diapositive

Moderne biotechnologie=
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetisch modificeren

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat kan met moderne biotechnologie?
Voedsel als medicijn ==> toevoeging vitamine A aan rijst, door een gen in een rijstplant toe te voegen.

Supervoedsel maken ==> Superzalmen, door een gen in een zalm in te brengen, waardoor de zalm veel groter wordt. 



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Nadelen moderne biotechnolgie
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een                     ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 19 - Diapositive

Veredelen
A
Maken van een nieuw organismen door de beste eigenschappen van andere te versmelten
B
Bewaren van voeding door schimmels en bacteriën
C
Organismen eten met de beste eigenschappen
D
DNA veranderen d.m.v. antibiotica te gebruiken

Slide 20 - Quiz


Het maken van yoghurt is een voorbeeld van biotechniek.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Biotechniek
A
Organismen inzetten om producten te maken
B
DNA omzetten en veranderen
C
Twee organismen samen laten voortplanten
D
Organismen gebruiken voor onderzoek

Slide 22 - Quiz