Empathie

empathie
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

empathie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem eens het gedrag van iemand in de afgelopen dagen waaraan je je irriteerde.

Slide 2 - Question ouverte

Een of twee leerlingen vragen om hun anekdote te delen.
Wat betekent
'empathie'
volgens jou ?

Slide 3 - Carte mentale

Empathie is je vermogen om je in te leven in een ander. Het gaat hierbij om de vaardigheid om je eigen oordelen en gevoelens even 'tussen haakjes' te zetten en je voor te stellen hoe de situatie, gevoelens, oordelen enzovoort voor de ander zijn. 
Waarom is
empathie
belangrijk?

Slide 4 - Carte mentale

Voor elkaar zorgen. Communicatie. Zonder empathie praat je langs elkaar heen. Empathie maakt het ook mogelijk om de bedoeling van andere mensen beter te begrijpen.
0

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen
sympathie en empathie?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aspecten van Cognitieve Empathie
  1. Perspectief kunnen innemen: de situatie zien vanuit de ogen van de ander
  2. Geen oordeel vellen: openstaan voor de waarheid van de ander
  3. Emotie herkennen bij de ander
  4. Communiceren van de emotie van de ander

>> Kortom: niet jouw idee van wat er aan de hand is, maar het perspectief van de ander. Hiervoor moet je jezelf kwetsbaar en open opstellen. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terug naar het gedrag waar je je aan irriteerde: als je je verplaatst in de schoenen van de ander, hoe kan je dan dat gedrag begrijpen?

Slide 9 - Question ouverte

Een of twee leerlingen weer vragen om hun anekdote te delen.
Opdracht Canvas (week 4)
Vraag de klas de volgende vragen te beantwoorden op een schaal van 1 tot 5 en hun score bij elke vraag op te schrijven, waarbij 1 staat voor deze uitspraak past absoluut niet bij mij en 5 deze uitspraak past volledig bij wie ik ben.

 


1. Ik denk vaak aan de gevoelens van anderen
2. Ik laat zien dat ik luister- maak oogcontact, knik met mijn hoofd
3. Ik denk goed na over hoe mijn woorden overkomen bij een ander
4. Ik maak anderen niet belachelijk - zet een ander niet voor schut
5. Ik sta klaar voor anderen en luister naar wat ze te vertellen hebben
6. Ik probeer me in te leven in een ander en hun gedachten te begrijpen
7. Ik weet dat niet iedereen op dezelfde manier reageert op gebeurtenissen als ik

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions