5. Je weet wat een structuurformule is en je kunt dit tekenen.
6. Je kent de belangrijkste energiebronnen in voeding en je kunt er reactievergelijkingen van opstellen van de vorming of afbraak hiervan.
Je kunt (deze les):
- Uitleggen wat een structuurformule is.
- Aangeven wat de belangrijkste brandstoffen voor je lichaam zijn.
- Aangeven uit welke atoomsoorten koolhydraten bestaan en
- Enkele bekende koolhydraten noemen.
- De molecuulformules van glucose en sacharose (tafelsuiker) noteren.
- Zelf de kloppende reactievergelijking van fotosynthese en
- de verbranding van glucose opstellen.
- Uitleggen wat isomeren zijn en deze herkennen.