2.4 Het interviewverslag

Les 1 - Hoofdstuk 2.4 Het interviewverslag
Ik leer:

- hoe ik een interviewverslag schrijf
- hoe ik citeer;
- wat inversie is;
- hoe ik kan afwisselen met zinsvolgorde en woordkeuze.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 1 - Hoofdstuk 2.4 Het interviewverslag
Ik leer:

- hoe ik een interviewverslag schrijf
- hoe ik citeer;
- wat inversie is;
- hoe ik kan afwisselen met zinsvolgorde en woordkeuze.

Slide 1 - Diapositive

Soorten interviewverslag 

  1. Letterlijk interviewverslag
  2. Samenvattend interviewverslag 

Wat is ook al weer het verschil?

Slide 2 - Diapositive

Wat is ook al weer het verschil?

Slide 3 - Carte mentale

Opbouw samenvattend verslag

  • Inleiding: voorstellen geïnterviewde, onderwerp vertellen,   aandacht   trekken

  • Kern: weergeven antwoorden in eigen woorden  (verhalend) + citaten

  • Slot: samenvatten, conclusie, vooruitblik

Slide 4 - Diapositive

Citeren
Citaat: wat iemand letterlijk (litrerally) heeft gezegd.

Let bij het schrijven van je verslag
op de interpunctie (punctuation)

Komma, punt, uitroepteken, vraagteken
Dubbele punt, Aanhalingstekens

Slide 5 - Diapositive

Citeren 
Citaat: wat iemand letterlijk heeft gezegd.

Hij zei: "Dat had ik nooit moeten zeggen."
Hij zei: "Dat had ik nooit moeten zeggen!"
Hij zei: "Had ik dan nooit moeten zeggen?"
"Dat had ik nooit moeten zeggen," zei hij, "daar was mijn zusje verdrietig over."


Kijk heel precies naar de gebruikte interpunctie.

Slide 6 - Diapositive

Hoe maak je van deze zin een citaat?
De spits vertelde dat hij van club wil veranderen.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe maak je van deze zin een citaat?
De directeur van Phillips antwoordt dat er 985 banen verloren zullen gaan.

Slide 8 - Question ouverte

Wat valt je op aan deze zinnen?
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Slide 9 - Diapositive

Inversie
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Slide 10 - Diapositive

Woordkeuze
Voorkom herhaling!

Gebruik niet steeds "zeggen", "vertellen".

Gebruik ook een "uitleggen", "toelichten", "antwoorden", "mompelen", "knikken", "bevestigen". 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Interviewverslag voor een cijfer.
Afspraak gemaakt?
  • 10 (open) vragen maken met 5 doorvraagvragen.
  • Uiterlijk 6 december: interview houden.
  • Uiterlijk 8 december: uitschrijven van het interview.
  • Inleveren 13 december uiterlijk om 23:30

Slide 12 - Diapositive