4.1 Nederland geheel geordend

Start H4
Wat valt je op aan deze nieuwbouwwijk?
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Start H4
Wat valt je op aan deze nieuwbouwwijk?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
Maak instaptoets 
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1 Nederland geheel geordend

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je de volgende deelvragen beantwoorden:
  1. Op welke manier heeft de overheid de inrichting van Nederland bepaald?
  2. Wat zijn de gevolgen van de stedelijke migratie voor de samenstelling van de bevolking en de inrichting van de stad en de omgeving?
  3. Op welke manier probeert de overheid stedelijke problemen op te lossen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 6 - Diapositive

Beschrijving van de openingsfoto

Oosterheem, Zoetermeer

De bouwstart van de vinexwijk Oosterheem, aan de oostrand van Zoetermeer, ging in het jaar 2000 van start. Amper 20 jaar later wonen er ongeveer 26.600 mensen en is Oosterheem opgedeeld in de buurten Buythen, Tuindorp, Rietvaart, Parkeiland, Waterzicht, Heemburgh, De Wadi, De Hoven, Het Veld, De Watrerrand en Oosterheem Centrum. In deze laatstgenoemde buurt bevindt zich ook het winkelcentrum van de wijk, evenals een bibliotheek, een wijkpost, een kerkgebouw en een gezondheidscentrum. Sinds 2009 kunnen wijkbewoners en andere geïnteresseerden ook een bezoek brengen aan stadsboederij De Weidemolen, die aan de rand van de wijk ligt.
Urbanisatie (1850-1950)
  • Stad groeide
  • Woonwijken uit de grond gestampt
  • Woonwijken waren niet vaak schoon, dicht op elkaar gebouwd en dichtbij de fabrieken
  • Vrijwel niemand bezat auto, mensen moesten dicht bij werk wonen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leven in de stad
- Vlakbij fabrieken
- Slechte voorzieningen
- Gevolgen voor gezondheid (epidemieën)
- Selectieve groep ontvlucht stad
- Na 1901 woning wet met eisen voor
woningkwaliteit

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suburbanisatie (1900-1950)

- Kleine groep rijke sub urbaniseerden
- Stad ontvluchtten op zoek naar een fijnere woonomgeving
Jaren 30 huis 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suburbanisatie (1950-1970)
  • Na WO2 steden breidden uit
  •  economisch herstel (werk)
  •   Natuurlijke bevolkingsgroei (babyboom)
  •  Ruimtegebrek steden
  •  Migratie vanuit stad naar platteland
  • Sterke groei dorpen rond steden (agglomeratie ->stadsgewest)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suburbanisatie (1950-1970)
Oorzaken:
- Toename autobezit, verbetering infrastructuur (relatieve afstand nam af)
- middenklasse gezinnen vertrokken uit de stad

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woonerven (bloemkoolwijken)
(1975 - 1990)

Voorbeeld: Utrecht - Lunetten

  • Eengezinswoningen met voor- en achtertuin
  • Veilig voor kinderen - woonerven 
  • Openbaar groen
  • Middeninkomens groep 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloemkoolwijk
Bloemkool

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloemkoolwijken 
Wonen in het groen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demografisch gevolg suburbanisatie:
  • Vertrekoverschot
  • Kapitaalkrachtigen trokken weg
  • Studenten en ouderen bleven achter, 
  • migranten vestigden zich sterk verwaarloosde wijken (goedkope huurwoningen)
Economisch gevolg suburbanisatie:
  • Sociaal economisch lagere klasse/kansarmen blijven achter.
  • afname belastinginkomsten
  • minder investeringen in openbare ruimte= achteruitgang leefbaarheid
  • Vandalisme
  • bepaalde voorzieningen halen de drempelwaarde niet en gaan failliet= afnemen leefbaarheid.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Combineer de wijk met de juiste bouwperiode
historische binnenstad
oude arbeiderswijken
eengezinswoningen in  woonerf
hoogbouw
vooroorlogse woningen ('30)
vooroorlogse woningen ('30)

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer woningen zijn nodig door:
-toename huishoudens (kleinere huishoudensgrootte) in grotere woningen
-Eenpersoonshuishoudens
- toename bevolking

Algemene regel: woningbehoefte wordt bepaald door demografische en economische ontwikkelingen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overheidsbeleid (1970-1980)
De verstedelijking van de landelijke gebieden rond de grote steden had grote gevolgen voor de open ruimte  invoering ruimtelijk beleid.
Het maken van plannen over de (her)inrichting van de ruimte in een gebied heet ruimtelijke ordening.
● Er werden groeikernen aangewezen om de overloop van grote steden op te vangen. Groeisteden bundelden de rest van de groei van Nederland.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactie: Groeikernenbeleid: gebundelde deconcentratie en stadsvernieuwing
● Alle grote Nederlandse steden hadden groeikernen en lagen bij voorkeur buiten het Groene Hart.
- Bewoners bleven werken in centrale steden
- toename aantal files.
- Groeikernen werden slaapsteden  overdag waren er weinig activiteiten.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurt door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde (daarom ook vaak geen oplossing voor de andere problemen: segregatie en lage leefbaarheid

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herstructurering
Vanaf de jaren 90 wordt er niet alleen stadsvernieuwing maar ook herstructurering toegepast. 



Vooral in 19 eeuwse arbeiderswijken, naoorlogse hoogbouwwijken en de voormalige industrie/haven tereinen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herstructurering

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 80
1. Stadsvernieuwing door renovatie

Slide 27 - Diapositive

Bijv. Philipsdorp in Eindhoven 
Aan de slag
Maak opdracht van H4 paragraaf 1
2,4,5bc

timer
20:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Compacte stadbeleid
► Door de suburbanisatie in de jaren 1970 nam de bevolking van de steden af en daarmee ook de inkomsten. 
● Om selectieve migratie van mensen met hoge inkomens uit de stad te verminderen moesten er meer woningen in de stad komen voor hogere inkomensgroepen.
Woningbouw vond plaats door herstructurering: 
- oude fabriekshallen maakten plaats voor nieuwbouw
- nieuwe bewoners werden aangetrokken  de bevolkingssamenstelling veranderde.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Compacte stadbeleid
Vanaf 1995 werden de steden uitgebreid met VINEX-locaties. Deze wijken liggen tegen de grote steden aan  compacte stadbeleid. De bevolking van de stad nam weer toe  re-urbanisatie.
■ In de stadsvernieuwingswijken waren door de concentratie van lagere inkomensgroepen sociaaleconomische problemen ontstaan: werkloosheid, schoolverzuim, vandalisme en criminaliteit.




Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijgend woningtekort
► Sinds 1960 stijgt de vraag naar woningen. Tot 2040 zijn er ruim een miljoen extra woningen nodig. Oorzaken woningtekort:
Bevolkingsgroei (vooral door immigratie) en de toename van het aantal huishoudens is jarenlang onderschat.
De huizenprijzen zijn sinds het begin van de 21e eeuw sterk gestegen.
Het afgeven van bouwvergunningen en het wijzigen van bestemmingsplannen kost veel geld vertraging van nieuwbouw.
Tekort aan bouwvakkers, schaarste van bouwmateriaal en regelgeving vanuit de overheid kan ook zorgen voor vertraging.
■ De laatste jaren wordt de bouw van woningen vertraagd door de stikstofcrisis minder bouwvergunningen en het stilleggen van projecten.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwen voor de toekomst
► Er zijn steeds meer woningen nodig voor verschillende leeftijdsgroepen.
75-Plussers hebben vaker een aangepaste woning nodig vanwege mobiliteitsbeperking.
 - Jongeren hebben een betaalbare woning nodig.
● Naast nieuwbouw vindt er ook transformatie plaats van leegstaande kantoorpanden en winkels naar woningen
Flexibele woningbouw kan worden toegepast wanneer bv schoolwoningen, die tijdelijk gebruikt worden als extra gebouw voor basisscholen, kunnen worden omgebouwd tot woonruimte.  

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwen voor de toekomst
● Naast verdichting in de stad wordt er ook gebouwd in de randgemeenten en het landelijke gebied:
Voordelen:
- In het landelijke gebied kan sneller aan de vraag naar woningen worden voldaan.
- Wonen in een groene omgeving is gezonder.
Kleinschalige nieuwbouwprojecten met een lage woondichtheid hebben de voorkeur.



Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je de volgende deelvragen beantwoorden:
  1. Op welke manier heeft de overheid de inrichting van Nederland bepaald?
  2. Wat zijn de gevolgen van de stedelijke migratie voor de samenstelling van de bevolking en de inrichting van de stad en de omgeving?
  3. Op welke manier probeert de overheid stedelijke problemen op te lossen?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak opdracht van H4 paragraaf 1
6,7,8,9

timer
20:00

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee type stedelijk beleid
  • stadsvernieuwing ('60-'80):  vooral gericht op vernieuwing van woningen door renovatie en het opknappen van de woonomgeving (bewonerssamenstelling blijft onveranderd)

  • herstructurering (vanaf jaren '90): verouderde en verloederde wijken worden planmatig aangepakt. Met name door herinrichting, saneren en functieverandering gericht op aantrekken sociaal economisch hogere klasse.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gentrification
sociaal economisch lagere klasse maakt plaats voor sociaal economisch hogere klasse.

Waarom is dit gunstig voor:
voorzieningenniveau
drempelwaarde

Waarom is dit nadelig voor:
sociaal economisch lagere klasse
sociale cohesie

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemt men wijken die in 2007 aangewezen zijn door de toenmalige minister als probleemwijken.
A
Krachtwijken
B
Prachtwijken
C
Vogelaarwijken
D
Achterstandswijken

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel wijken zijn destijds aangewezen als probleemwijk?
A
40
B
50
C
60
D
70

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het beleid dat sinds 2000 in de wijk Klarendal wordt gevoerd een voorbeeld van een vogelaarwijk?
A
Ja, want het was een achterstandswijk
B
Nee, het Vogelaarbeleid bestaat pas sinds 2007
C
Ja, want de problemen zijn nu opgelost
D
Nee, er speelde hele andere problemen

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van de problemen zoals in Klarendal en Hillesluis?
A
Urbanisatie van sociaal economisch lagere klasse
B
Suburbanisatie sociaal economisch hogere klasse
C
Immigratie van allochtonen
D
Vertrek ondernemers

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na verpaupering heeft men de wijk opgeknapt, dit noem je.....
A
restaureren
B
herstructureren
C
stadsvernieuwing
D
renoveren

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Winkels vertrokken uit Klarendal. Waardoor gebeurde dit?
A
Winkels haalde de reikwijdte niet meer.
B
Winkels haalde de drempelwaarde niet meer.
C
Winkels haalde het draagvlak niet meer.
D
Het verzorgingsgebied van winkels werd kleiner.

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sector werd de motor achter de wederopstandig van Klarendal?
A
Primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sectorc
D
creatieve sector

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begrippen zijn nu van toepassing op Klarendal?
A
sociaal economisch hogere klasse, gentrification, yup, dinki
B
Sociaal economisch lagere klasse, gentrification
C
Verpaupering, segregatie en criminaliteit
D
sociaal economisch hogere klasse, suburbanisatie, veiligheid

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De oorspronkelijke bewoners vinden niet alle ontwikkelingen tof. De komst van mensen van buitenaf bevordert niet altijd de...................................
A
re-urbanisatie
B
werkgelegenheid
C
sociale cohesie
D
compacte stad

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions