Eindmeting

C

Communicatie week 9 
Herhaling 

Tijdens de communicatie met
anderstaligen is de volgende aandachtspunt van belang:

1. Gebruik simpele woorden.
2. Praat met een zachte toon
3. Praat met een harde toon
4. Vertel het uitgebreid

Interne ruis: alle factoren die de communicatie van buitenaf verstoren.

1. Juist
2. Onjuist

Een belangrijk aandachtspunt bij sensitieve responsiviteit is dat je kinderen structuur biedt.

1. Juist
2. Onjuist

Decoderen is het geven van een betekenis aan een boodschap.

1. Juist
2. Onjuist

Tweezijdige communicatie is een vorm van communicatie waarbij de ontvanger direct kan reageren.

1. Juist
2. Onjuist

Welke van de onderstaande opties vallen onder de zes interactievaardigheden?

1. Begeleiden van interacties, ontwikkelingsstimulering, praten en uitleggen
2. Evocatieve interactie, persoonlijkheidsontwikkeling, zeggenschap en inspraak
3. Passende stimulans en herhaling, zelfstandigheid stimuleren, beslissend zijn
4. Respect voor autonomie, sensitieve responsiviteit, structureren en grenzen stellen

Op welke manier kan een pedagogische medewerker zich representatief opstellen binnen de kinderopvang? Benoem twee voorbeelden

Wat wordt er verstaan onder het inhoudsniveau van de communicatie?

1. De inhoud van de boodschap
2. Het beïnvloeden van de zender
3. Het doel van de communicatie
4. Hoe de zender de boodschap ontvangt

Benoem 3 voorbeelden van een actieve luisterhouding.

Effectieve communicatie: als de zender en ontvanger actief betrokken zijn en de boodschap overkomt zoals de zender bedoelt.

1. Juist
2. Onjuist

Boek lezen is.....

1. Eenzijdige communicatie
2. Tweezijdige communicatie

Het overdragen van informatie gaat vaak via een medium. Kies uit de media die kunnen zorgen voor het overdragen van informatie.

1. Alle drie
2. Televisie en gesprek
3. Whatsapp en e-mail
4. Gebarentaal

Feedback is het geven van een reactie op een boodschap.

1. juist
2. onjuist

Interpreteren betekent

1. Invullen
2. Luisteren
3. Hoe je de boodschap vertaalt.
4. Hoe je als zender de boodschap uitzendt.

Kubra, (PM’er) heeft hoofdpijn heeft en kan niet geconcentreerd naar het verhaal van haar collega luisteren. Tijdens het gesprek vraagt collega:’ wat vindt jij er van Kubra?’, waarop Kubra verbaasd reageert. Kubra had geen idee wat haar collega bedoelde.
Welk soort ruis is er in de communicatie tussen Kubra en haar collega?

Emotionele besmetting

1. Spiegelen
2. Emoties tonen
3. Emoties overnemen
4. Inleven

Decoderen is het geven van een betekenis aan een boodschap.

1. juist
2. onjuist

Welke zinnen vallen onder troebele communicatie?

1. Jij luistert nooit naar mij!
2. Ik zou graag willen dat je naar me luistert
3. Dat heb je gezegd, ben je bang dat ik je niet begrijp?
4. Wist je dat je vaak doordramt?

Bij coderen worden gedachten en gevoelens omgezet in:

1. Beelden en vooroordelen .
2. Lichaamstaal, waarden en normen.
3. Waarden, woorden en beelden.
4. Woorden, lichaamstaal en beelden

Referentie kader:
Hoe jij de wereld ziet en ervaart.

1. Juist
2. Onjuist