4.4 Landbouw en milieu

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

4.4 Landbouw en milieu

Wat ga je leren?

- Je weet wat monocultuur is.

- Je begrijpt wat de voor- en nadelen zijn van intensieve veehouderij en monocultuur.

- Je kunt uitleggen waarom biologische landbouw positief is voor het ecosysteem.

Moderniseren

Na de Tweede Wereldoorlog te voeden was het nodig om meer voedsel te produceren. Daarom ging Nederland de landbouw moderniseren. Maar hoe? 

- Land ruilen

-Specialiseren in een gewas: met machines en kunstmest

Het op grote schaal verbouwen van hetzelfde gewas noemen we monocultuur.

.

Door steeds hetzelfde gewas te verbouwen raakt de bodem veel voedingsstoffen kwijt. Dat zorgt vervolgens voor

bodemdegradatie. Dit betekent dat de grond minder vruchtbaar wordt. 

Nederland een belangrijk exportland 

Tegenwoordig exporteert Nederland 75 procent van de landbouwproducten. Dit zijn niet alleen gewassen, maar ook zuivel en vlees uit de intensieve veehouderij.

. 

Voordeel en Nadeel veehouderij

Voordeel: veel kippen, varkens en koeien op een klein oppervlakte worden gehouden, kan er veel en goedkoop geproduceerd worden. 

Nadeel:

- Veel mest, dus veel veel methaan en stikstof.

- enorm veel voer moet worden geïmporteerd

- dieren weinig ruimte en zien ze vaak weinig / geen daglicht.

Gevolgen milieu

De manier waarop we aan landbouw doen heeft gevolgen voor het ecosysteem. 

Intensieve landbouw kan de bodem uitputten, en het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan schadelijk zijn voor de omgeving. 

Kruidenrijk graslandschap

Een voorbeeld van een verstoord ecosysteem is het Nederlandse weiland. Dat heeft vaak maar één soort gras in één kleur, terwijl een gezond grasveld minstens drie kleuren heeft waaronder wit, geel en roze.  

Duurzaam maken? Hoe?

- Biologische landbouw te versterken. Dat is een vorm van duurzame landbouw, waarin meer aandacht is voor dierenwelzijn, een gezonde bodem en een kleine ecologische voetafdruk. (manier om te meten hoeveel natuurlijke hulpbronnen een mens gemiddeld verbruikt).

Bv: lokaal voer, geen chemische bestrijdingsmiddelen of gemengd bedrijf