H8 Businessmarketing (les 6 - 2024)

H8 Businessmarketing (les 6 - 2024)
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H8 Businessmarketing (les 6 - 2024)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Bespreken opdrachten H6 (10 t/m 15)
en H8 (14 t/m 21)
& maken oefenvragen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Imago is....
A
Het beeld dat andere hebben van jouw onderneming.
B
Het beeld dat de ondernemer wil uitstralen in de omgeving.
C
Het beeld dat de ondernemer heeft van zijn eigen onderneming.
D
De sfeer van de onderneming.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mieke koopt al jaren haar kleding bij één bepaalde kledingwinkel. In haar dorp zijn simpelweg geen winkels in de buurt met een vergelijkbaar assortiment. Van welke loyaliteitsdrijver is hier vooral sprake?
A
De investering in de relatie
B
De kwaliteit van de alternatieven
C
De tevredenheid van de klanten
D
Het vertrouwen van klanten

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ambassadeur?

Iemand die...
A
Werkt voor de overheid
B
Die dure merken verkoopt
C
Jouw bedrijf aanbeveelt
D
De sales stuwt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van presalesservice?
A
Het demonstreren van een product
B
Het op rekening kunnen kopen van een product
C
Het vergroten van de vindbaarheid van de website van het bedrijf op internet
D
Het gratis bezorgen van goederen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Contentmarketing is een belangrijk instrument bij relatiemarketing.
Contentmarketing is bedoeld om
A
presalesservice
B
aantrekken en behouden van klanten
C
aftersalesservice

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een 'REFERENTIE'?
A
De naam van het bedrijf waar je wilt werken
B
Een formulier om te sollicteren
C
Je gegevens
D
Degene waarvoor je gewerkt hebt. Die kan wat over jou vertellen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Hoe heet de mate waarin een onderneming in staat is om klanten vast te houden en te laten kopen?
A
Klantretentie
B
Customer rating
C
Klantpiramide
D
Klantloyaliteit

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je service nadat je een aankoop hebt gedaan?
A
pre-salesservice
B
salesservice
C
aftersalesservice

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van klantloyaliteit?
A
c-klanten
B
prospects
C
vaste klanten korting geven
D
ondanks prijsstijging toch bij dezelfde winkel blijven kopen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen we klanttevredenheid meten?
A
NTS
B
NPS
C
NNN
D
NSP

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ze koopt bij 1 winkel. Er zijn geen winkels met een vergelijkbaar product. Welke loyaliteitsdrijver?
A
de investering in de relatie
B
de kwaliteit van de alternatieven
C
de tevredenheid van klanten
D
het vertrouwen van klanten

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Truus vind dat de groenteboer op de hoek de beste en lekkerste appels van de stad heeft. Welke loyaliteitsdrijver?
A
De investering in de relatie
B
De kwaliteit van alternatieven
C
De tevredenheid van klanten
D
Het vertrouwen van de klant

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben direct marketing en direct mail met elkaar te maken?
A
Direct mail is één van de promotie instrumenten van direct marketing
B
Direct marketing is een van de instrumenten van direct mail
C
Direct marketing en direct mail zijn andere woorden voor hetzelfde.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alles dat je doet in je bedrijf
om meer omzet en/of meer klanten te krijgen
A
Marketing
B
Marketing strategie
C
Promotie
D
Relatiemarketing

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het CRM?
A
Customer Relationship Management
B
Customer Research Management
C
Consumenten Relationship Management
D
Consumenten Research Management

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is klantwaarde?
A
de totale waarde van de aankopen van de aankopen van de klant
B
de levenslange relatie
C
de kwaliteit van het product
D
service dat geboden wordt aan de klan t

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klantenservice is een belangrijk instrument bij relatiemarketing.
De service die je verleent nadat een klant het product heeft gekocht noem je
A
presalesservice
B
salesservice
C
aftersalesservice

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 De gun factor is een voorbeeld van sociale klantenbinding.
2 Het leveren van het beste product is een voorbeeld van structurele klantenbinding.
A
1+2 zijn beide juist
B
1+2 zijn beide onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Contentmarketing is een belangrijk instrument bij relatiemarketing.
Contentmarketing is bedoeld om
A
presalesservice
B
aantrekken en behouden van klanten
C
aftersalesservice

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De klant heeft een bestelling geplaatst van €100 en krijgt een extra kadootje erbij. Hoe noem je dat?


A
incentive
B
klantwaarde
C
Servicegraad

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


                 Wat hoort niet bij klantenbinding?
A
Elke maand een digitale nieuwsbrief verzenden.
B
Een kortingsavond voor vaste klanten
C
De etalage aan de seizoenen aanpassen.
D
Een klantenkaart aanbieden

Slide 23 - Quiz

Het antwoord is C. Zowel de vink, de grote bonte specht als de roodborst hebben rode veren.
Om de klantenbinding te vergroten geef jij korting als klanten bij jou kopen. Dit is een voorbeeld van:
A
Financieel
B
Sociaal
C
Structureel

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemiddeld besteden klanten voor 100 euro in een webwinkel. De winstmarge is 30% van de omzet. De klanten kopen in de 2 jaar dat ze klant zijn 10 keer. Bereken de klantwaarde
A
230
B
10.000
C
300
D
240

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 3 klantenbinding niveaus?
A
Financieel, sociaal, cultureel
B
Financieel, cultureel, structureel
C
Sociaal, cultureel, structureel
D
Financieel, sociaal, structureel

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De gemiddelde besteding van klanten van een groothandel bedraagt € 210,-. De winstmarge is 40%. In de twee jaar dat ze afnemer zijn, bestellen ze vijf keer. Wat is de CLV?
A
€ 84,00
B
€ 168,00
C
€ 420,00
D
€ 840,00

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht!
Bedenk zoveel mogelijk redenen waarom klanten loyale klanten worden en blijven. 

Hiervoor heb je 3 minuten bedenktijd. Deel je antwoorden niet met je medestudenten! 

Vervolgens gaan we om en om één reden aangeven. Degene die de meeste redenen kan aangeven wint. Je hebt steeds maximaal 10 seconden de tijd.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les
Fijn weekend alvast en tot dinsdag!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions