5.5 De wereld in crisis (1)

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

Slide 1 - Diapositive

Nadat Duitsland de herstelbetalingen niet kan betalen, bezet Frankrijk het Rijnland. Om de problemen in Duitsland op te lossen bedenkt Amerika het 'Dawesplan'.

Wat is het Dawesplan?
A
Amerika leent geld uit aan Duitsland zodat zij de economie kunnen herstellen en de herstelbetalingen konden doen.
B
Amerika schaft de herstelbetalingen af zodat Duitsland zich kan richten op de eigen economie.
C
Amerika sluit een handelsverdrag met Duitsland waarbij Duitsland goedkoop wapens van Amerika kan kopen.
D
Amerika bedenkt een geheim aanvalsplan om Duitsland te kunnen bezetten.

Slide 2 - Quiz

Het Dawesplan had indirect ook een voordeel voor Amerika. Wat was dit voordeel?
A
Amerika kan zo invloed uitoefenen op de Duitse politiek
B
Zo kon Amerika producten verkopen aan de landen die de herstelbetalingen ontvingen.
C
Amerika kon zijn wapens aan Duitsland verkopen omdat de economie daar herstelde
D
De werkloosheid in Amerika nam hierdoor af omdat de mensen in Duitsland aan het werk konden.

Slide 3 - Quiz

Via het Dawesplan leent Amerika geld aan Duitsland
Duitsland hersteld hiermee de economie en betaald de herstelbetalingen
Met dit geld kopen landen als Frankrijk en Engeland weer producten uit Amerika
De Amerikaanse economie groeit en gaat meer produceren

Slide 4 - Diapositive

De Amerikaanse groeide aan het begin van de jaren 20 enorm.

Welke factoren droegen daar niet aan bij?
A
De (vele) oorlogsfabrieken gingen nu andere producten maken
B
Veel mensen gingen in de steden wonen en werken
C
De bevolking nam toe door sterke immigratie
D
In Amerika werden grote hoeveelheden olie gevonden

Slide 5 - Quiz

Iedereen profiteerde van de toenemende economie. Op welke manier kon iedereen hiervan mee profiteren?
A
De lonen waren enorm hoog waardoor iedereen spullen kon kopen
B
Iedereen kon vrij gemakkelijk geld lenen om spullen te kopen
C
De overheid gaf de bevolking grote hoeveelheden gratis geld
D
De Amerikanen hadden tijdens de oorlogsjaren veel geld gespaard.

Slide 6 - Quiz

1918: Eerste Wereld oorlog voorbij; de economie groeit.
Automatisering (lopende band); lonen gaan omhoog, en kosten omlaag. Men koopt meer producten waardoor de economie verder groeit.
Amerikanen willen profiteren van de markt en kopen aandelen (vaak met geleend geld)
De economie groeit door; innovatie zorgen ervoor dat de productie verder groeit. Iedereen koopt spullen aan de lopende band. Iedereen koopt zo snel spullen dat ze niet zo snel nieuwe spullen nodig hebben, desondanks groeit de markt verder; de markt raakt verzadigd.
De economie groeit uit verhouding met de rest van de wereld. Export neemt af en de twijfel begint toe te slaan bij beurshandelaren.

24 oktober 1929; bij de opening van de markt verkoopt men massaal aandelen. De Beurskrach, de waarde van aandelen kelderen.
Mensen verliezen binnen aanzienlijke tijd veel geld (soms zelfs huizen). Dat ze hun leningen niet terug kunnen betalen. Amerika beland in een enorme economische crisis.

Slide 7 - Diapositive

Om de crisis op te lossen kwam de Amerikaanse president Roosevelt met de New Deal.

Wat is geen bepaling uit de 'New Deal'
A
De wapenproductie opstarten omdat Hitler aan de macht was gekomen.
B
Banken onder toezicht van de overheid stellen.
C
Grote werkgelegenheidsprojecten opstarten.
D
Geld lenen aan boeren, om de agrarische sector te herstellen.

Slide 8 - Quiz

De beurskrach van 1929 had een grote invloed op Europa, maar nog het allermeest op Duitsland. Leg dit uit.

Slide 9 - Question ouverte

Opkomst Hitler
  • 1889: Geboren in in Oostenrijk
  • 1908: Meld zich aan voor de kunstacademie in Wenen, waar hij wordt afgewezen.
  • 1914: Meld zich aan als vrijwilliger bij het Duitse leger.
  • 1918: De overgave van Duitsland ziet Hitler als hoogverraad







  • 1919: Hitler sluit zich aan bij de NSDAP; een extreemrechtse fascistische partij met een racistische toevoeging

'Het werd zwart voor mijn ogen. Ik wankelde terug naar de slaapzaal, waar ik met op mijn bed neerwierp en huilde. In de daaropvolgende dagen, waarin ik diep nadacht, begreep ik wat ik moest doen. Het Duitse leger was het slachtoffer van verraad. Keizer Wilhelm II wat niet streng genoeg geweest tegen de communisten en joden. Ik besloot politicus te worden.

Slide 10 - Diapositive

Gevolgen voor Duitsland
  • Gevolgen Beurskracht in Duitsland:
1) Het Dawesplan wordt stopgezet
2) 6.000.000 Duitsers worden werkloos.

  • De regering van de Weimar Republiek was te verdeeld om de problemen op te lossen.

  • Communisten: roepen op tot een een revolutie

  • Ook de extreem rechtse NSDAP van Hitler deed mee aan de verkiezingen:
1) Einde aan de maatregelen van het Verdrag van Versailles
2) Herstel van de welvaart en 'glorie' van Duitsland.




Slide 11 - Diapositive

In 1924 doet de NSDAP (Partij van Hitler) voor het eerst mee aan de verkiezingen. Hoeveel procent van de stemmen denk je dat de partij haalde?
A
Meer dan 60%
B
30-60%
C
10-30%
D
Minder dan 10%

Slide 12 - Quiz

8

Slide 13 - Vidéo

Totalitaire samenleving
  • Hitler heeft nu alle macht in handen en bepaald alles (totalitaire samenleving).

  • Op scholen worden de lesboeken aangepast aan de nazi ideeën (indoctrinatie).

  • De media werd gecontroleerd door de nieuwe minister van propaganda en volksvoorlichting: Joseph Goebbels

  • Op straat zag je overal het gezicht van Hitler op propaganda posters.

  • Tegenstanders werden opgepakt en verdwenen.

  • Eerste anti-Joodse maatregelen aangenomen.

Kinderen, wat weet je van de Fürher?
Vecht voor vaderland en volk

Slide 14 - Diapositive

4

Slide 15 - Vidéo

04:34
Welke boodschap zou Hitler hiermee willen uitdragen?

Slide 16 - Question ouverte

05:06
Want hoe wil Hitler wel gezien worden?
A
Als iemand die zich niet inlaat met onwaardige mensen
B
Als goedaardige man die niets kwaad doet
C
Als iemand die strijdt voor de vrede
D
Als leider voor alle Duitsers

Slide 17 - Quiz

06:07
Waarom zou dit juist zoveel indruk maken op het Duitse volk?

Slide 18 - Question ouverte

06:29
Zou Hitler zo populair zijn geweest zonder de propaganda?
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

'Indoctrinatie' werd een belangrijk onderdeel van de NSDAP regering. Leg uit wat dit begrip inhoud aan de hand van deze schoolplaat

Slide 20 - Question ouverte

01:10
Wat is een 'nationalist'?
A
Iemand die opkomt voor de belangen van zijn eigen land
B
Iemand die zijn strijdt voor zijn eigen land
C
Iemand die van mening is dat het eigen volk puur van bloed moet zijn
D
Iemand die de eigen economie het belangrijkste vindt

Slide 21 - Quiz

01:30
Wat is antisemitisme?
A
Vrouwenhaat
B
Jodenhaat
C
Vreemdelingenhaat
D
Stroming die gelooft dat bloed zuivere mensen beter zijn

Slide 22 - Quiz

02:00
Hitler gaf de Joden de schuld van alle ellende in Duitsland. Welke reden wordt hiervoor gegeven?
A
De Joden hadden de wapenstilstand getekend waardoor Duitsland de oorlog had verloren
B
De Joden waren na de Eerste Wereldoorlog vrij succesvol terwijl de andere Duitsers arm waren
C
De Joden wilden niet meebetalen aan de herstelbetalingen
D
De Joden hadden de Duitsers verraden tijdens WO1, door met de Engelsen mee te vechten

Slide 23 - Quiz

02:41
Bekijk de grafiek hiernaast. Bedenk na welke gebeurtenis de partij van Hitler pas echt succesvol werd
A
Het tekenen van het Verdrag van Versailles
B
Het invoeren van het Dawesplan (leningen van Amerika aan Duitsland)
C
De economische crisis van Amerika
D
De Tweede Wereldoorlog breekt uit

Slide 24 - Quiz

03:35
De partij van Hitler was de grootste partij (36%) van de stemmen, toch was Hitler niet blij de met deze uitkomst. Waarom niet?
A
Hij wilde als dictator regeren en had dus alle stemmen nodig
B
Geen van de partijen wilde met hem samenwerken, dus eigenlijk had hij weinig macht
C
De communisten hadden meer stemmen gekregen
D
Dat betekende dat hij moest regeren en daar had hij geen zin in

Slide 25 - Quiz

04:13
Rijksdag brand
  • In 1933 brand de Rijksdag (parlementsgebouw) af.

  • De communist Marinus van der Lubbe krijgt hier de schuld van. In het "politieverhoor" bekend hij.

  • Hitler beschouwde de brand als een 'communistisch complot om een revolutie te ontketenen' en vraagt het parlement om de noodtoestand uit te roepen.

  • Het parlement gaat akkoord en tekent de machtigingswet die Hitler tijdelijk de absolute macht geeft.

Slide 26 - Diapositive

05:21
Stelling: De kans is klein dat er in de nabije toekomst een dictator aan de macht komt in Europa.
Eens
Oneens

Slide 27 - Sondage

05:21
Wat is volgens het filmpje de drijvende kracht achter Hitler's succes geweest
A
Woede
B
Angst
C
Wanhoop
D
Hoop

Slide 28 - Quiz