lijdend voorwerp

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling lezen en woordenschat
  • Nieuwe paragraaf: Taalverzorging - lijdend voorwerp
  • Quiz om te oefenen
  • Tijd voor huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
Waar ging lezen over?
Waar ging woordenschat over?

Slide 4 - Diapositive

Taalverzorging grammatica
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • (werkwoordelijk) Gezegde
  • Zinsdeelstrepen
Tom leest een mooi boek in zijn vrije tijd

Slide 5 - Diapositive

Even zelfstandig oefenen
Ik ga bij mijn oma op bezoek
Gisteren ben ik bezig geweest met mijn vlog
Ik doe thuis soms huishoudelijke klusjes
timer
5:00
pv
zinsdeelstrepen
gezegde
ow

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is het lijdend voorwerp?

De man geeft de jongen een hand.
A
de man
B
geeft
C
de jongen
D
een hand

Slide 8 - Quiz

Wat is het lv ?
Hij heeft het formulier verzonden.
A
hij
B
heeft verzonden
C
formulier
D
het formulier

Slide 9 - Quiz

Wat is het lv?
Volgende week gaan we naar Frankrijk.
A
volgende week
B
gaan
C
naar Frankrijk
D
er is geen lv

Slide 10 - Quiz

Ik heb gisteren een lekkere pizza gebakken.
lv=
A
een lekkere pizza
B
heb gebakken
C
ik
D
gisteren

Slide 11 - Quiz

De politie gaf de fietser een bekeuring.
A
gaf
B
De politie
C
de fietser
D
een bekeuring

Slide 12 - Quiz

Op de markt heb ik een vette haring gekocht.
A
Op de markt
B
heb gekocht
C
ik
D
een vette haring

Slide 13 - Quiz

Maartje heeft bij de Primark een jas gekocht.
A
een jas
B
Maartje
C
bij de Primark
D
heeft gekocht

Slide 14 - Quiz

De vermiste parkiet Pietje is na drie dagen teruggevonden
A
De vermiste parkiet Pietje
B
is teruggevonden
C
na drie dagen
D
geen lv

Slide 15 - Quiz

Bedenk zelf een zin met een lijdend voorwerp. Geef aan welk deel het lv is.

Slide 16 - Question ouverte

Dusssss... Lijdend voorwerp
Is vaak een voorwerp in de zin
wat/wie + gezegde + onderwerp

Slide 17 - Diapositive

Nu maken
Opdracht 1, 2 en 3

timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Huiswerkopdracht
Maak een foto en bedenk daar zelf een zin bij met een lijdend voorwerp

Slide 19 - Diapositive

Bijvoorbeeld:
De goudvis zwemt heel veel rondjes in de blender

Slide 20 - Diapositive