Grammatica zinsdelen: zinsdeelproef en onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1+2 grammatica

Leerdoelen

- Ik weet wat een persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden

- Ik weet wat een werkwoordelijk gezegde is

- Ik kan de zinsdeelproef doen

- Ik weet hoe ik het onderwerp van een zin moet vinden

Welke twee manieren hebben we geleerd om de pv te vinden?

De persoonsvorm is altijd een...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. voorzetsel

Wat is de pv?
Ik vind wiskunde een moeilijk vak.

Filmpje:

Probeer aantekeningen te maken tijdens het filmpje. 

Aantekeningen

Welke aantekeningen heb je gemaakt?

Vergelijk met je buurman/buurvrouw. (3 min)

Daarna klassikaal overleggen.

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.

Jan / koopt / een boek.

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Leerdoelen

- Ik weet wat een persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden

- Ik weet wat een werkwoordelijk gezegde is

- Ik kan de zinsdeelproef doen

- Ik weet hoe ik het onderwerp van een zin moet vinden

Wat wist je al?

Wat heb je geleerd?

Opdracht

Orden je aantekeningen over grammatica zinsdelen.

Zorg dat je de volgende dingen in je schrift hebt staan:

- persoonsvorm + vinden ervan

- werkwoordelijk gezegde

- zinsdeelproef

- onderwerp

Zorg dat alles netjes in je schrift staat.

Volgende les controle!