Van Agrarisch-Urban naar Industriële samenleving

Van Agrarisch-Urban naar Industriële samenleving
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Van Agrarisch-Urban naar Industriële samenleving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je de volgende vragen beantwoorden: Wat waren de sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen die plaatsvonden tijdens de overgang van de agrarisch-urbane samenleving naar de industriële samenleving? Hoe veranderde de verhouding tussen koloniën en moederlanden onder invloed van de industriële revolutie? Welke politieke, ideologische en economische motieven speelden een rol bij het opkomen (Azië) en uitbreiden (Afrika) van het modern imperialisme? Hoe gaf Nederland als koloniale machthebber in het toenmalige Nederlands-Indië vorm aan het modern imperialisme?

Slide 2 - Diapositive

Start de les met het uitleggen van de leerdoelen.
Wat weet je al over de veranderingen tijdens de Agrarisch-Urban naar Industriële samenleving?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Agrarisch-Urban
In de agrarisch-urbane samenleving was er sprake van een standensamenleving met een hechte gemeenschap en een kleine economie.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat de agrarisch-urbane samenleving inhoudt.
Industriële Revolutie
De industriële revolutie bracht nieuwe machinale productiemethoden en arbeidsdeling met zich mee, waardoor de economie groeide. Dit zorgde voor een verstedelijking en een nieuwe sociale orde.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat de industriële revolutie inhoudt en wat voor veranderingen deze teweegbracht.
Koloniën en Moederlanden
Door de industriële revolutie werd de economische verhouding tussen koloniën en moederlanden steeds belangrijker. Koloniën werden gebruikt voor grondstoffen en afzetmarkten.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat het verband is tussen de industriële revolutie en de verhouding tussen koloniën en moederlanden.
Modern Imperialisme
Het modern imperialisme was de periode waarin Europese landen hun koloniale rijken uitbreidden. Er waren politieke, ideologische en economische motieven voor deze expansie.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat het modern imperialisme inhoudt en wat de motieven waren.
Azië
In Azië zorgden de opiumoorlogen voor de invloed van Europese landen en de afbraak van China's handelssysteem.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat de opiumoorlogen waren en wat voor invloed deze hadden op Azië.
Afrika
In Afrika werden Europese landen geconfronteerd met nieuwe ziektes en culturen. Dit zorgde voor een race om zoveel mogelijk grondgebied te veroveren.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat de gevolgen waren van de Europese expansie naar Afrika.
Nederlands-Indië
Nederland was een koloniale machthebber in Nederlands-Indië en maakte gebruik van de rijke grondstoffen en de bevolking voor gedwongen arbeid.

Slide 10 - Diapositive

Leg uit wat de rol van Nederland was in Nederlands-Indië tijdens het modern imperialisme.
Groepsopdracht
In groepen van 4 gaan jullie een mindmap maken over het modern imperialisme. Verdeel de onderwerpen: Azië, Afrika, Koloniën en Moederlanden en Nederland in Nederlands-Indië.

Slide 11 - Diapositive

Geef de leerlingen ongeveer 20 minuten de tijd om in groepen een mindmap te maken. Loop rond om te kijken waar ze mee bezig zijn en beantwoord eventuele vragen.
Mindmap Presentatie
Elke groep presenteert kort hun mindmap aan de klas.

Slide 12 - Diapositive

Laat elke groep kort hun mindmap presenteren en geef de leerlingen de ruimte om vragen te stellen.
Reflectie
Wat hebben jullie geleerd over het modern imperialisme? Welke rol speelde Nederland in Nederlands-Indië tijdens het modern imperialisme?

Slide 13 - Diapositive

Sluit de les af met een reflectie moment waarbij de leerlingen terugblikken op wat ze geleerd hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.