De leerling kan met voorbeelden de functies van de overheid in de Nederlandse economie beschrijven
De leerling kan de verschillende overheidsorganisaties herkennen en uitleggen wat de verschillende verantwoordelijkheden zijn
De leerling kan uitleggen waarom de overheid besluit haar taken af te stoten en delen te privatiseren
De leerling kan een aantal overheidsuitgaven en inkomsten noemen en berekeningen maken
De leerling kan via voorbeelden het verschil duidelijk maken over collectieve, semicollectieve en individuele goederen
Leerdoelen
Slide 4 - Diapositive
Materiaal klaar zetten en nakijken
Onderwerpen en leerdoelen
Uitleg en controle vragen
Zelfstandig aan de slag
Opdrachten bespreken
Evaluatie
Rad van Fortuin
Planning
Slide 5 - Diapositive
De overheid
Slide 6 - Diapositive
Taken van de overheid
Slide 7 - Diapositive
Hoeveel is de BTW en de consumentenprijs?
€ 200 : 100% = € 2
€ 2 x 21% = € 42
€ 200 + € 42 = € 242
Rekenen met BTW
Verkoopprijs exclusief BTW
€ 200 (100%)
€ 200 (100%)
BTW 21% / 6%
€ 42 (21%)
€ 12 (6%)
Consumentenprijs
€ 242 (121%)
€ 212 (106%)
Wat als de BTW van 21% naar 6% veranderd?
€ 242 : 121% = € 2
€ 2 x 6% = € 12
€ 200 + € 12 = € 212
Slide 8 - Diapositive
Vlak voor het einde van de les kies ik leerlingen die hun opdrachten komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).
Opdrachten 65 t/m 73 (we bespreken 72 en 73).
Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau overleggen en vragen stellen.
Rood = stil aan het werk
Oranje = zachtjes overleggen
Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00
Slide 9 - Diapositive
Opdracht 72
1. Leg uit waarom BTW een kostprijsverhogende belasting is
De verkoopprijs wordt opgehoogd met de BTW waardoor de kosten voor consumenten omhoog gaan
2. Bedenk twee oorzaken waarom dit soort winkels failliet zijn gegaan?
Illegaal kopiëren, streamen en online winkels
Opdrachten bespreken
Slide 10 - Diapositive
Opdracht 72
3. Stel dat een CD van € 15 inclusief 21% BTW opeens nog maar 6% BTW hoeft te bedragen, hoeveel wordt de CD goedkoper? 15 euro : 121% = 0,12 euro 0,12 euro x 106% = 13,14 euro 15 - 13,14 = 1,86 euro goedkoper
4. Leg uit waarom een verlaging van het BTW-tarief niet tot een lagere opbrengst voor de overheid hoeft te leiden Als goederen goedkoper worden zullen meer mensen het gaan kopen
Opdrachten bespreken
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 73
1. Geef een verklaring voor het hoge percentage accijns op de benzineprijs Benzine vervuilt het milieu het sterkst
2. Hoeveel procent van elk van de drie prijzen gaat er naar de overheid? 60%, 49% en 35%
3. Verklaar met een berekening waarom het gedeelte BTW maar 17% is als het officiële percentage 21% is. 21% : 121% = 17%
Opdrachten bespreken
Slide 12 - Diapositive
Wat vond je van het geluidsniveau? - Wat ging er goed en minder goed? - Wat kan beter of anders?