Week 2 Geriatrie en sterfte les 2

Geriatrie en sterfte
deel 2

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Geriatrie en sterfte
deel 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkomend op de vorige les
Weten jullie welke refractaire symptomen er zijn?
Welke symptomen zie je?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les:
Wanneer is een zorgvrager comfortabel?
Refractaire symptomen uitleg en oefening
Welke woonvormen zijn er tijdens de palliatieve fase
Wat is interdisciplinaire zorg?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is comfortabel als je denkt aan een palliatieve zorgvrager?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is comfortabel?
In de terminale fase is de zorg niet meer zozeer gericht op het bieden van kwaliteit van leven. In de terminale zorg verschuift het belang naar het bieden van kwaliteit van sterven. Ook tijdens de terminale zorg blijven de 4 dimensies van zorg belangrijk. De zorg is vooral gericht op het ‘bestrijden of verzachten van lichamelijke klachten of ongemak en het bieden van ondersteuning op psychisch, fysiek, sociaal en spiritueel gebied. Wanneer een zorgvrager op alle dimensies comfortabel voelt en weinig tot klachten ervaart, zal hij het leven makkelijker los kunnen laten. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn refractaire symptomen?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Refractaire symptomen
Ook bij optimale palliatieve zorg komen in de terminale fase van een ziekteproces situaties voor waarbij de behandeling niet leidt tot voldoende verlichting van symptomen. Men spreekt dan van refractaire symptomen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ernstige vormen van onrust, benauwdheid, pijn, misselijkheid, braken, angst en delier. 
Voor alle betrokkenen is een sterfbed, waarbij sprake is van refractaire symptomen, een indringende ervaring. De patiënt lijdt ernstig en kan wanhopig worden, de naasten kunnen het lijden van hun partner, ouder of familielid vaak moeilijk aanzien en de behandelaars en zorgverleners hebben soms het gevoel te falen. 

Begripsbepaling - Richtlijnen Palliatieve zorg (palliaweb.nl) 

Slide 7 - Diapositive

De zorgvrager lijdt ernstig en kan wanhopig worden, de naasten kunnen het lijden van hun partner, ouder of familielid vaak moeilijk aanzien en de behandelaars en zorgverleners hebben soms het gevoel te falen. In de laatste jaren wordt het ernstige lijden kort voor het overlijden minder geaccepteerd door de patiënt/zorgvrager en/of hun familieleden/naasten.
Lijden wordt vaak als betekenisloos ervaren en er wordt een beroep gedaan op de arts(en) die het lijden kunnen verlichten. De behandelaars kunnen in deze situaties onder voorwaarden besluiten tot wat palliatieve sedatie genoemd wordt: het in geringe of meerdere mate, eventueel kortdurend, of intermitterend verlagen van het bewustzijn met behulp van sedativa (slaapmiddelen). Het doel is het lijden te verlichten en niet het leven te beëindigen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let jij op als student verpleegkundige bij een zorgvrager die refractaire symptomen uit?
Misschien heb je dit ook al op je stage/werk ervaren? Kun je dit in eigen woorden noteren/delen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woonvormen zijn er voor een palliatieve zorgvrager?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende zorginstellingen bieden palliatieve zorg:


Ziekenhuis
Hospice
Bijna thuis-huis / thuis verplaatste zorg
Woonzorgcentrum en verpleeghuis
Thuis met intensieve thuiszorg

Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz). 
Wel kan het zijn dat de zorgvrager een eigen bijdrage moet betalen voor het verblijf in een zorgorganisatie.










Slide 11 - Diapositive

De overheid vindt het belangrijk dat palliatieve en palliatief-terminale zorg snel beschikbaar en op de plek zijn waar de zorgvrager wenst te sterven. De kosten voor de palliatieve en palliatief-terminale zorg worden in iedere zorg locatie vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Wel kan het zijn dat de zorgvrager een eigen bijdrage moet betalen voor het verblijf in een zorgorganisatie.
Wat is interdisciplinaire zorg?
Wie zijn er bij betrokken?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is interdisciplinaire zorg?



Goede palliatieve en terminale zorg is interdisciplinaire zorg. Dat betekent dat verschillende beroepsgroepen op lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel gebied betrokken zijn bij de zorgvrager.
Helpende, Verzorgenden
Gespecialiseerd verpleegkundige
Arts / huisarts/Anesthesist
Geestelijk verzorger
Psycholoog
Ouderengeneeskunde
Diëtist
Voedingsassistente
Fysiotherapeut/Ergotherapeut/Logopedist
Apotheker
Vrijwilliger 
Maatschappelijk werker
Medewerkers van facilitair bedrijf
Digiboek (thiememeulenhoff.nl) 



















Slide 13 - Diapositive

Goede palliatieve en terminale zorg is interdisciplinaire zorg. Dat betekent dat verschillende beroepsgroepen op lichamelijk, psyschisch, sociaal en spiritueel gebied betrokken zijn bij de zorgvrager. Dit op wensen van de zorgvrager. Om zo de gegeven zorg te optimaliseren tot het gewenste effect. In een goede interdisciplinaire samenwerking zijn alles disciplines gelijkwaardig aan elkaar. Ieder discipline is deskundig op zijn eigen vakgebied, ook jij als aanstaand verpleegkundige. Vaak ben jij als verpleegkundige het aanspreekpunt van de zorgvrager. Je signaleert van de wensen en behoeften van de zorgvrager.
Waar denken jullie aan bij de ''surprise question?''

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht: Schrijf een casus voor een ander leerteam en laat ze dan dit meetinstrument invullen en beargumenteer.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog vragen?
Volgende week: communicatie & ACP

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions