3 GT - Toets grammatica - zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Welkom bij het vak Nederlands

• Telefoon in de tas
• We gaan direct op onze eigen plek zitten
• Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
• Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
• Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
• Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
• Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is

Grammatica

herhaling van de zinsdelen

De persoonsvorm is altijd een...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. voorzetsel

Wat is de pv?
Mijn vriendin koopt een zak chips.

1. Mijn vriendin
2. koopt
3. een zak chips

Wat is de pv?
Waar lag jouw leesboek?

1. Waar
2. lag

Wat is de pv?
Ik zou een nieuwe fiets gaan uitkiezen.

1. Ik
2. zou
3. gaan
4. uitkiezen

Wat is het WG?
Eet jij graag met je handen?

1. Eet
2. jij
3. je handen
4. graag

Noteer het werkwoordelijk gezegde (WG).
De docent had de opdracht uitgelegd.

Wat is het WG?
Ik zou een voldoende moeten kunnen halen.

1. zou
2. moeten
3. moeten halen
4. zou moeten kunnen halen

Noteer het wg.
Wanneer mag de kaart verstuurd worden?

Noteer het wg.
Ik pak mijn tas in.

Wat is het onderwerp?
Heb jij een nieuwe app gedownload?

Wat is het onderwerp?
Katja ziet een prachtige ster in de lucht.

Wat is het ow?
Had die grote, rode kater een muisje gevangen?

Wat is het onderwerp?
Het blije kind van hiernaast begon opeens te huilen.

Noteer het ow:
Bijna 300 reizigers op station Utrecht Centraal kregen vertraging door een wisselstoring.

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik wil dolgraag een piramide zien.

Wat is het lijdend voorwerp?
De ijverige leerlingen willen een hoog cijfer halen voor het proefwerk.

Wat is het LV?
In de zomervakantie wil ik parachutespringen.

1. In de zomervakantie
2. ik
3. parachutespringen
4. er staat geen LV in de zin

Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.

In zijn lokaal

is

de wiskundedocent

lastige vraagstukken

aan het bespreken.

Dit zinsdeel zit niet in deze zin.

o

pv/wg

wg

lv

Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.

Waarom

hangen

surfpakken

altijd

in de schaduw

te drogen?

Dit zinsdeel zit niet in deze zin.

o

pv/wg

wg

lv

Verdeel de zin in zinsdelen.Let op: sommige vakjes blijven leeg.

Zijn       broertje        maakte          die         lastige

         

breuken          zonder        fouten.

/

/

/

Zet zinsdeelstrepen in de zin.
Volgende week laten zij hun rapport aan opa en oma zien.