8.2 - DANS

• Kunst
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 4,5

8.2 - DANS

LINDY HOP 

TRIADISCH BALLET

GRAHAM DANS

Soorten dans (voorstelling)

Theaterdans (voor publiek)

Gezelschapsdans (meedoen / sociaal)

Welke soorten dans behoren tot theaterdans?

1. Moderne dans
2. Streetdance
3. Tango
4. Klassiek ballet

Welke dans behoort tot de verhalende dans?

1. Swingdans
2. Moderne dans
3. Klassiek ballet
4. Breakdance

Inhoud dans (voorstelling)

Absolute (abstracte) dans - de passen staan centraal

Verhalende dans - zoals bij (sprookjes-)balleten 

Welk begrip heeft NIET te maken met het aspect KRACHT?

1. Vloeiende bewegingen
2. Staccato
3. Dansfrase
4. Felle bewegingen

KRACHT

Ontspannen/vloeiend of juist veel spierspanning/fel (staccato) óf afwisselend vloeiend / staccato

Welk begrip heeft NIET te maken met het aspect TIJD?

1. Zwaartekracht
2. Tempo
3. Ritme
4. Canon

TIJD

Duur van de dansvoorstelling 

tempo v/d bewegingen 

ritme (accenten op bewegingen) 

dansfrasen/canon/freeze

Welk begrip heeft GEEN betrekking op RUIMTE?

1. Locatie van de dans
2. Hoogtelagen van de dans
3. Dansfrase
4. Patronen waarin wordt gedanst

RUIMTE

In welke ruimte 

Patronen

Hoogtelagen (laag, midden of hoog)

Richting v/d bewegingen 

klein/groot maken lichaam

Lindy Hop

Swingdans

n.a.v. Charles Lindbergh - vlucht

Afro-Amerikaanse dans

Harlem Renaissance

Triadisch ballet

1922

Bauhaus (1919 - 1933)

Totaalkunstwerken

Oskar Schlemmer

Graham dans

Martha Graham

Moderne dans

Martha Graham Dance Company

Geïnspireerd door Freud en Jung

Contraction & Release / Graham techniek

Lamentation - 1930

Graham techniek

Voor de Grahamtechniek dient het middenrif als startpunt voor alle dansbewegingen, wat zijn uiting vindt in ‘contraction’ en ‘release’. Bij een contraction worden borst- en buikspieren gespannen en de rug en schouders gerond. Bij een release ontspannen de spieren zich en wordt de rug weer recht. Een contraction gaat gepaard met uitademen en een release met inademen. Grondoefeningen zijn eveneens kenmerkend voor de Grahamtechniek.

Labannotatie

Noteren van danspassen

Nieuw systeem: 1928

Rudolf Laban

'Ouderwets notatiesysteem voor danspassen: stokpoppetjes. 

De Labannotatie heeft betrekking op:

1. Het ritme
2. De choreografie
3. De theatervormgeving
4. De danslocatie

DANSANALYSE

VOORSTELLING: Absolute dans, verhalende dans, abstracte dans, gezelschapsdans, theaterdans, 

VORMGEVING: 

Ruimte: In welke ruimte - Patronen - Hoogtelagen (laag, midden of hoog) - Richting v/d bewegingen - klein/groot maken lichaam

Tijd: Duur van de dansvoorstelling - tempo v/d bewegingen - ritme (accenten op bewegingen) - dansfrasen/canon/freeze

Kracht: Ontspannen/vloeiend of juist veel spierspanning/fel (staccato) óf afwisselend vloeiend / staccato

Choreografie: Beschrijf de stijl als sierlijk - hoekig - uitbundig - ingetogen - snel - langzaam - expressief - ritmisch (meerdere mogelijk)

Theatervormgeving: Decor - rekwisieten - grime - muziek

Dansanalyse - groepjes

Groep 1: Lindy Hop V822 - v.a. 2:40 minuut, blz. 182

Groep 2: Triadisch Ballet V825 - in stukjes, blz. 186

Groep 3: Lamentation (Martha Graham) V826, blz. 186

DANSANALYSE: blz. 152 werkboek

Benoem jullie groepsnummer, en vervolg met de dansanalyse.

Beschrijf beknopt: Voorstelling - Tijd - Kracht - Ruimte - Choreografie -  Theatervormgeving

Welk begrip heeft NIET te maken met het aspect RUIMTE?

1. Locatie van de dans
2. Richting van de bewegingen
3. Hoogtelagen van de dans
4. Tempo van de passen