8.4 Systemen

8.4 Systemen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.4 Systemen

Slide 1 - Diapositive

8.4 Systemen
Na de onbeperkte vrijheid van het expressionisme 
breekt rond 1920 een periode aan waarin voor alle
kunsten nieuwe regels
worden geformuleerd,
zoals bij abstracte kunst (Mondriaan, Malevitsj) en 
in de muziek bij bv. Schönberg. Die nieuwe regels 
staan los van de (academische) tradities.
Er wordt meer internationaal samengewerkt: de
nieuwe regels overstijgen nationale verschillen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Bartók: volksmuziek
  • Legt Hongaarse volksmuziek vast met fonograaf en analyseert die muziekwetenschappelijk. 
  • De volksmuziek heeft onregelmatige ritmes, accenten en maatsoorten en maakt gebruik van eigen toonladders en dissonante samenklanken.
  • Bartók nam deze kenmerken niet letterlijk over in zijn muziek, maar past ze wel vrij toe bij het componeren.

  • Zijn muziek werd in de jaren '30 entartet verklaard. 

Slide 6 - Diapositive

Leg uit waarom Bartóks werkwijze past bij het expressionisme.

Slide 7 - Question ouverte


Welke kenmerken van de Hongaarse volksmuziek herken je in Bartóks werk (volgende dia)?
onregelmatige ritmes
onregelmatige accenten
wisselende maatsoorten
dissonante samenklanken
gebruik van 'vreemde' toonladders

Slide 8 - Sondage

Slide 9 - Vidéo

Instrumenten
Bekijk het filmpje nog eens. Benoem zo veel mogelijk instrumenten die je ziet. Schrijf ze op papier. 

Slide 10 - Diapositive

Wat voor muziekensemble zag je hier?
A
Big band
B
Harmonieorkest
C
Symfonieorkest
D
Strijkorkest

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke theatervormen hebben we behandeld?

Slide 14 - Carte mentale

VOOR
1900
NA
Theaterdecor van Heijermans
Theaterdecor van Meyerhold
Industrieel (of ...) theater

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Constructivistisch 
of industrieel theater
Biomechanica - Meyerhold

  • mens als arbeider / machine

  • beweging staat centraal
  • lichaam van acteur is materiaal, geen expressiemiddel

  • als individu is de acteur onbelangrijk
  • past in de nieuwe tijd (na de revolutie kwam de arbeidersklasse aan de macht)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Is Meyerholds visie op theater meer verwant aan Brecht (episch theater) of aan Stanislavski / method acting? Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Bauhaus
Het Bauhaus is een Academie voor kunst en toegepaste vormgeving (design). De opleiding werd opgericht in 1919.
De oprichters van het Bauhaus streefden naar een betere samenleving (ze hadden dus socialistische idealen).  Ze wilden dat kunst en vormgeving het leven van de mens beter maakten. 
Bauhaus-kunstenaars hielden zich naast vormgeving en beeldende kunst ook bezig met theater en dans. 

Slide 21 - Diapositive

Triadisch ballet
Ook ballet behoorde tot het curriculum van het Bauhaus. Deze vorm van ballet breekt met alles wat tot dan toe bekend is: er is geen verhaal dat verbeeld wordt, geen expressie van emoties en vooral geen persoonlijke uitstraling. De dansers zijn bewegende geometrische vormen / machines en hun bewegingen zijn gebaseerd op alledaagse bewegingen. 

Oskar Schlemmer (leider theaterwerkplaats Bauhaus) verzet zich tegen het naturalistisch theater en maakt een abstracte vorm van toneel/dans.

Slide 22 - Diapositive

Oskar Schlemmer
Triadische ballet

Slide 23 - Diapositive

Componeeropdracht
Componeer een dodecafonische melodie. Maak gebruik van de volgende elementen:

  • twaalftoonsreeks (zelf maken!)
  • eventueel de kreeftengang
  • toonherhaling mag
  • samenklanken mogen 
  • zorg dat je de reeks minimaal twee keer laat terugkomen
  • tip: probeer te zoeken naar eenheid binnen je melodie!

Slide 24 - Diapositive

Klassieke ballettechniek

Slide 25 - Diapositive


Martha Graham (1894 - 1991) is afkomstig uit de V.S. en wordt gezien als een van de grootste danspioniers aller tijden.  

Grahamtechniek:

  • Spanning-ontspanning, oftewel contraction-release.  Verbonden met ademhaling.
  •  Graham doet afstand van de uitdraai van de benen. 
  •  veel aardser gericht, maakt gebruik van zwaartekracht.
  • Bij sprongen zijn de benen vrijwel altijd in een hoekige en niet-gestrekte positie. 
  • Spiraal (twist) in veel bewegingselementen. 
  • Voeten zijn soms gestrekt en soms geflext.

In haar choreografieën verwerkte Graham hevige, menselijke emoties en psychische conflicten zoals doodsangst, jaloezie,
hartstocht, noodlotsbesef e.d. 

Graham werd overal ter wereld nagevolgd. Nog steeds kan je op heel veel dansscholen Graham-lessen volgen.  
Martha Graham

Slide 26 - Diapositive

Grahamtechniek

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

O.a. Graham legt de basis voor de verdere ontwikkeling van de moderne dans, zoals bijvoorbeeld bij Pina Bausch (video), Conny Janssen.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive