24.2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

6 VWO, 24.2 (externe effecten)

programma

1. Introductie
2. Uitleg en bespreking
3. Aan de slag met examenvraag

Boerenprotest

• Waarom?
• Politiek wil dat er minder boeren zijn, althans minder vervuiling is.....
• Externe effecten
  
• Oplossingen?

• minder boeren, accijns, vleestaks, BTW (prijsmechanisme)
  

start bij 3.45 min

DWDD

Let op bij 7.40 min

Eind 8.49 min (eind)

https:

aan de slag met examenopgave

15 minuten

Daarna nakijken

6 VWO, 24.2 (externe effecten)

programma

• Starten met intro

• tips hoe maak je het best examenopgaves

• examenopgave afmaken en bespreken

Boerenprotest

• Externe effecten
  
• Oplossingen? minder boeren, accijns, vleestaks, BTW (prijsmechanisme)
• Maar wat is er nu aan de hand met stikstof?
  

Programma

Starten met intro

tips hoe maak je het best examenopgaves

examenopgave afmaken en bespreken

slot

Tips voor examen

Examenvragen moet je leren beantwoorden

Ze kennen vaak eenzelfde structuur

Redeneervragen

• Hoe praat je de loonkosten nou aan de internationale concurrentiepositie en hoe verbind je de arbeidsproductiviteit met de inflatie?
• 1. Bepaal altijd je begin- en einddoel (bijvoorbeeld: beginpunt is stijging van de
  loonkosten, eindpunt is de internationale concurrentiepositie). KLADBLAADJE
• Op die manier weet je niet alleen tussen welke twee zaken je een verband moet leggen, het zorgt er ook voor dat je niet doorredeneert. Zo voorkom je lange antwoorden die punten kosten, omdat ze geen antwoord zijn op de vraag!

• 2. schrijf op wat je weet (definities)
• 3. verbind de kennis en bouw aan een antwoord
  

Tip 2

Denk in vraag en aanbod

60-70% van redeneervragen gaan (indirect) over vraag en aanbod

afronden examenopgave

inspiratie nodig?

vorige les

• Verzonken kosten (kosten die je niet meer kunt terugverdienen, verbouwing, opleiding, investering bruna)
• Berovingsprobleem (na transactie verandert de machtigste de regels van het spel)
• Les voor examen en voor SE
• Mail met foto's van het werk
  

CAO

• Loononderhandelingen zijn lastig

• Er zijn minder werkgevers dan werknemers
• Vroeger maakte werkgevers onderling afspraken, werknemers kregen lage lonen
• Vakbonden kwamen op en onderhandelden namens de groep.
• Er kwamen groepsakkoorden tussen groepen werkgevers en groepen werknemers: CAO
• CAO dempt competitie in beide groepen
  

Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?

Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?

CAO

CAO: omvangrijk (veel afspraken: scholing, ziekte, vrije dagen, etc.)
Werkgevers: bieden weinig
Werknemers: vragen veel
Geloofwaardigheid en dreiging
Centraal Akkoord: moeder van CAO's (overheid en sociale partners)

1982 akkoord van wassenaar. Eerste akkoord 1971, 2013 meest recent (sociaal of centraal akkoord): AOW leeftijd, flexwet

Holmström en Hart incomplete contracten. Voorbeeld is CEO van groot bedrijf. Diens arbeidscontract zal bijvoorbeeld bepalingen bevatten over een bonus in het geval het bedrijf winst maakt. Maar er is ook een lange termijn belang: het bedrijf moet gezond blijven, en geen onnodige risico's nemen. Dat laatste is lastig in een contract te gieten; de toekomst is immers onzeker.

aan de slag

17.16
17.18
17.21
17.22

slot

Wat geleerd?

zelfstudie EU

Hoe willen jullie de les erna doen? Examenopgave?