Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen

Programma
Boek gekozen voor de boektraileropdracht?

Morgen: diagnostische toets werkwoordspelling!
1) Invallessen?
2) Extra check 
3) Keuze uit extra opdrachten
4) Controlevragen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Programma
Boek gekozen voor de boektraileropdracht?

Morgen: diagnostische toets werkwoordspelling!
1) Invallessen?
2) Extra check 
3) Keuze uit extra opdrachten
4) Controlevragen

Slide 1 - Diapositive

Zulke gouden oorbellen kosten/kostten vroeger een vermogen.
A
kosten
B
kostten

Slide 2 - Quiz

Waar gingen die verklede/verkleedde carnavalsvierders eigenlijk naartoe?
A
verklede
B
verkleedde

Slide 3 - Quiz

Onze kok zal het eten bereidden/bereiden voor zo’n driehonderd genodigden.
A
bereidden
B
bereiden

Slide 4 - Quiz

Dat de geheime dienst de aanslag heeft verijdeld/verijdelt, getuigd, getuigt van waakzaamheid.
A
verijdeld, getuigd
B
verijdeld, getuigt
C
verijdelt, getuigd
D
verijdelt, getuigt

Slide 5 - Quiz

Unicef ontfermd/ontfermt zich over weeskinderen en verzorgd/verzorgt ze.
A
ontfermd, verzorgd
B
ontfermd, verzorgt
C
ontfermt, verzorgd
D
ontfermt, verzorgt

Slide 6 - Quiz

Bij de volgende sleepopdracht sleep je de vervoegde werkwoorden naar de juiste werkwoordsvorm!
Let op: Je mag elke werkwoordsvorm maar 1 keer gebruiken!

Slide 7 - Diapositive

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen

Slide 8 - Question de remorquage

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
durvend
durft
durfde
durven
gedurfd

Slide 9 - Question de remorquage

De winnaar van de game had zijn punten niet opgeslagen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
had
opgeslagen

Slide 10 - Question de remorquage

Henk gaat elke dag fietsend naar zijn werk.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
gaat
fietsend

Slide 11 - Question de remorquage

Drink altijd voldoende water na de training.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
drink

Slide 12 - Question de remorquage

Anton heeft altijd spijt gehad van de gemiste kansen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
heeft
gehad
gemiste

Slide 13 - Question de remorquage

Van mijn ouders mocht ik tot 11 uur op het verjaardagsfeestje blijven.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
mocht
blijven

Slide 14 - Question de remorquage

Om morgen de diagnostische toets over werkwoordspelling goed te maken heb ik nodig:
Niets! Het gaat wel lukken.
oefeningen waarmee ik zelfstandig aan de slag kan.
oefeningen die ik zelfstandig kan maken met uitleg.
uitleg van de docent.
antwoord op specifieke vragen die ik heb.

Slide 15 - Sondage

Keuzeopdracht
1) Als je nog wat extra uitleg wilt dan maak je nu:
1) werkwoordspelling herhalingsles 1
2) Als je geen uitleg meer wilt en alleen wilt oefenen dan maak je:
2) werkwoordspelling herhalingsles 
+ Extra oefenen kun je met Cambiumned.nl>spelling>werkwoordspelling
3) Als je geen uitleg wilt of extra wilt oefenen en je hebt je huiswerk af, dan mag je gaan lezen. (Heb je geen leesboek bij je, dan ga je punt 1 of 2 doen!)
4) Als je uitleg wilt van de docent dan doe je mee met de klassikale les.
Ben je helemaal klaar, dan ga je werken aan je huiswerk van vandaag! Heb je dat af dan maak je een samenvatting van de stof. Beschrijf wat de volgende werkwoordsvormen zijn en geef er voorbeelden bij: pvtt, pvvt, vd, od, gw, inf, bijv.nw.

Slide 16 - Diapositive

Deze les
was nuttig.
heb ik veel geleerd.
was oké, maar de stof ging al goed.
was saai.
heb ik niet genoeg geleerd.

Slide 17 - Sondage

Ik denk dat ik de diagnostische toets morgen
heel goed ga maken.
voldoende ga maken.
niet zo goed ga maken.
slecht ga maken.

Slide 18 - Sondage