Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen herh. GR 7

Werkwoordspelling H7
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling H7

Slide 1 - Diapositive

Bij de volgende sleepopdracht sleep je de vervoegde werkwoorden naar de juiste werkwoordsvorm!
Let op: Je mag elke werkwoordsvorm maar 1 keer gebruiken!

Slide 2 - Diapositive

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen

Slide 3 - Question de remorquage

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
durvend
durft
durfde
durven
gedurfd

Slide 4 - Question de remorquage

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- stam
- stam+t
- hele ww
pvvt:
- stam+
de/te
-stam +
den/ten

't ex-kofschip
volt.dw
-langer maken
-d/t

't ex-
kofschip
onv. dw

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
geb.
wijs

- stam
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 5 - Diapositive

De winnaar van de game had zijn punten niet opgeslagen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
had
opgeslagen

Slide 6 - Question de remorquage

Henk gaat elke dag fietsend naar zijn werk.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
gaat
fietsend

Slide 7 - Question de remorquage

Drink altijd voldoende water na de training.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
drink

Slide 8 - Question de remorquage

Anton heeft altijd spijt gehad van de gemiste kansen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
heeft
gehad
gemiste

Slide 9 - Question de remorquage

Van mijn ouders mocht ik tot 11 uur op het verjaardagsfeestje blijven.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
mocht
blijven

Slide 10 - Question de remorquage

Lijdende en bedrijvende vorm
Zinnen kunnen in de bedrijvende vorm (onderwerp doet iets = actief) staan of in de lijdende vorm (onderwerp ondergaat iets = passief).  
Van een zin die in de bedrijvende vorm staat, kun je in een zin in de lijdende vorm maken.

  A. De man koopt een computer.  (onderwerp = actief = bedrijvende vorm)
  B. De computer wordt door de man gekocht.
                                                                     (onderwerp = passief = lijdende vorm).
 

Slide 11 - Diapositive

zinnen in bedrijvende of lijdende vorm 
Waarom moeten we dit weten?
- Actieve zinnen zijn vaak makkelijker te lezen en te begrijpen
- Vlotter in taalgebruik


Slide 12 - Diapositive

Bedrijvend en lijdend (actief / passief)​
Let op het werkwoordelijk gezegde!
  1. De boer melkt de koe.
  2. De boer molk de koe.
  3. De boer heeft de koe gemolken.​
  4. De boer had de koe gemolken.


  1. De koe wordt door de boer gemolken.​
  2. De koe werd door de boer gemolken.​
  3. De koe is gemolken door de boer.​
  4. De koe was gemolken door de boer.


Slide 13 - Diapositive

Actief of passief?
  1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
  4. Ja --> Actief
  5. Nee --> Passief

Slide 14 - Diapositive

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Hij werd gekust door zijn vriendin.

  2. Zijn vriendin kuste hem.

Slide 15 - Diapositive

bedrijvende of lijdende vorm
A. Lola neemt de taxi naar huis.

B. Lola wordt door een taxi naar huis gebracht.


Slide 16 - Diapositive

bedrijvende of lijdende vorm
A. De bankovervaller werd op zijn neus gestompt door de bewaker.

B. De bewaker stompte de bankovervaller op zijn neus.


Slide 17 - Diapositive

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Van de bast van de kinaboom werd een drankje gemaakt.

  2. Indianen in Peru maakten van de bast van de kinaboom een drankje


Slide 18 - Diapositive

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Ik houd om negen uur ontslaggesprekken

  2. Er wordt om negen uur een ronde van ontslaggesprekken gehouden

Slide 19 - Diapositive