Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
bekijken van 1:20 tot 4:30
Daarna opgaven maken
Slide 1 - Diapositive
overhoring zouten
Geef de formule van kaliumfosfaat en van koperIInitraat
Geef de oplosvergelijkingen van kaliumfosfaat en van koperIInitraat
Hoe heet het zout dat ontstaat na het samenvoegen van beide oplossingen?
Geef de reactievergelijking van het samenvoegen van beide oplossingen
Als je na afloop de ontstane vaste stof eruit filtreert hou je oplossing over. Geef de vergelijking van het indampen van deze oplossing.
Slide 2 - Diapositive
uitwerkingen overhoring zouten
formules kaliumfosfaat en koperIInitraat via 4 stappenplan zouten
oplosvergelijkingen kaliumfosfaat en koperIInitraat let op dat totale lading voor en na oplossen nul is!
naam zout via oplosbaarheidstabel --> koperfosfaat/ koperIIfosfaat
reactievergelijking let op dat de totale lading voor en na reactie nul is
Indampvergelijking
Slide 3 - Diapositive
reactievergelijking van neerslagreactie
noteer in een tabel de aanwezige ionen voor de reactie in kolom 1
in laatste kolom de gevormde stof en de tribune-ionen(=ionen die niet meedoen aan reactie en dus achterblijven in oplossing) noteren
in middelste kolom komt reactievergelijking, aantal atomen en lading voor- en na is altijd gelijk
Slide 4 - Diapositive
soms ontstaat er géén nieuw zout
als je in je gemaakte oplosbaarheidstabel geen enkele vaste stof ziet verschijnen, dan is er dus geen reactie geweest en kun je ook geen reactieschema maken
Slide 5 - Diapositive
Einde les 3
hw voor dinsdag: leren 5.3 en 5.4 en maken 28,29,31 t/m 33, 36, 38,39, 40, 42,43. Let daarbij op: opgeloste ionen (aq), ladingen klein in superscript, vaste zouten (s), verschil tussen hoofd- en kleine letters bij atoomsoorten.
thuiswerkles vrijdag Leren: hst 5.1 t/m 5.3 en maken test jezelf 5.1 t/m 5.3
noteer wat je besproken wilt hebben, ik kan niet steeds elke opgave bespreken we moeten echt gaan concentreren op wat bij iedereen niet goed gaat.
Slide 6 - Diapositive
les 4:zelfstandig ivm ziekte
controleer je antwoorden met de uitwerkingen in de classroom (hw was: leren 5.3 en 5.4 en maken 28,29,31 t/m 33, 36, 38,39, 40, 42,43 + test jezelf 5.1 t/m 5.3)
uitleg par 5.3 en 5.4 via de slides tot aan les 5
Slide 7 - Diapositive
Een zout maken b.v. loodjodide
zoek een goed oplosbaar loodzout b.v. loodnitraat
zoek een goed oplosbaar jodide zout b.v. ijzer(II)jodide
los beiden op en voeg ze dan samen
de neerslag is loodjodide, filter dat uit de verkregen suspensie
damp het filtraat in om de tribune
ionen ook te binden tot een vast zout
Slide 8 - Diapositive
zouten maken: opgave 29 c
Loodbromide (PbBr2) maken
een goed oplosbaar loodzout is loodnitraat (alle nitraatzouten zijn goed oplosbaar),
een goed oplosbaarbroomzout zoeken b.v. natrium- of kaliumbromide (alle natrium- en kaliumzouten zijn altijd goed oplosbaar)
na samenvoegen -> loodbromide
Slide 9 - Diapositive
programma 12 november: zouten maken
hw was hw: par 5.1 controleren en verbeteren, 5.2 maken en goed leren par 5.1 en 5.2
vragen hw?
slide 17 t/m 21 bespreken
vrijdag:hw leren 5.3 en 5.4 en maken 28,29,31 t/m 33, 36, 38,39, 40, 42,43.
Slide 10 - Diapositive
programma 15 nov
- vragen hw? Bespreken 29 c, 32 en 43 uitleg par 5.5
- verder werken met hw:
- Hw = goed leren hst 5 en maken 49,50,52,53 en test jezelf en meenemen werkboek A en B!!
Slide 11 - Diapositive
Electrolyse v/e zout oplossing
Slide 12 - Diapositive
ionsoort aantonen=oplossing toevoegen met ionsoort die neerslag geeft met gevraagde stof (=hier fosfaat)
Slide 13 - Diapositive
ion soort vewijderen
Slide 14 - Diapositive
Einde les 4
Hw goed leren hst 5 en maken 49,50,52,53 + test jezelf 5.5
Let daarbij op: opgeloste ionen (aq), ladingen klein in superscript, vaste zouten (s), verschil tussen hoofd- en kleine letters bij atoomsoorten.
Slide 15 - Diapositive
opg 32. zinkfosfaat maken
goedoplosbaar zinkzout + goed oplosbaar fosfaat oplossen en samenvoegen
rv zie hiernaast
residu is vaste stof die ontstaat dus zinkfosfaat
filtraat is water met tribune ionen dus natriumnitraatoplossing (maar kan ook kaliumnitraat als je kaliumfosfaat gebruikt hebt)
bij indampen vormt dit vast zout natriumnitraat
Zn3(PO4)2(s)
Zn3(PO4)2(s)
Slide 16 - Diapositive
les 5
bespreken moeilijke opgaves (hw was: leren 5.3 en 5.4 en maken 28,29,31 t/m 33, 36, 38,39, 40, 42,43. ) vragen in vragenformulier zetten!
32 staat in vorige slide
Slide 17 - Diapositive
zouten herkennen doe je zo:
kleur van het zout? (koper zouten zijn vaak groen/blauw, loodzouten wit)
wel/niet oplosbaar wat is de kleur van de oplossing?
vlamkleuring? tabel 38 binas
zouten worden vanwege de kleuren vaak gebruikt in vuurwerk