Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Thema 7, week 1 Les 2 - verleden tijd
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Gisteren
zwom
ik in de zee.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
1 / 34
suivant
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Gisteren
zwom
ik in de zee.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 1 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Hij
rent
naar de keeper.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 2 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Wij
dronken
lekkere limonade.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 3 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Mijn moeder
werd
ziek .
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 4 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
De bakker
bakt
brood
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 5 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
De slager
braadt
het vlees.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 6 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Mijn vader
bakte
een taart.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 7 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
De slager
braadde
het vlees.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 8 - Quiz
werkwoord:
worden
Ik .......
Hij ......
Wij ......
Slide 9 - Diapositive
lesdoel
Ik weet wat de verleden tijd is.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
STERK
WERKWOORD, VERANDERT ZELF
ZWAK
WERKWOORD, HEEFT HULP NODIG
Slide 14 - Diapositive
T
a
X
i
K
o
FSCH
i
P
Slide 15 - Diapositive
Sterke werkwoorden +en
Slide 16 - Diapositive
werkwoord:
braden
TT
VT
ik-vorm
braad
ik
hij-vorm
hij
wij-vorm
wij
Slide 17 - Diapositive
werkwoord:
passen
TT
VT
ik-vorm
pas
ik
hij-vorm
hij
wij-vorm
wij
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Wat is de verleden tijd?
werken - Jij ...
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de verleden tijd?
raken - Hij ...
Slide 21 - Question ouverte
Wat is de verleden tijd?
spelen - wij ...
Slide 22 - Question ouverte
Verleden tijd
Ik ________ (vinden)
A
vind
B
vond
Slide 23 - Quiz
Wat is de verleden tijd van hij glanst?
A
Hij glansde
B
Hij glanste
Slide 24 - Quiz
Wat is 'beginnen' in de verleden tijd
A
begon
B
begonnen
C
beginte
D
begonden
Slide 25 - Quiz
Wat is de verleden tijd van koop?
A
koopte
B
kocht
C
koopde
Slide 26 - Quiz
Wat is de verleden tijd van zwemmen
A
zwemden
B
zwommen
C
verdronken
D
zwammen
Slide 27 - Quiz
Aan welk woord kun je zien dat deze zin in de VT staat
Slide 28 - Question ouverte
Aan welk woord kun je zien dat deze zin in de VT staat
Slide 29 - Question ouverte
Aan welk woord kun je zien dat deze zin in de VT staat
Slide 30 - Question ouverte
TEGENWOORDIGE TIJD
VERLEDEN TIJD
smelt
schepten
sloeg
strijken
vaar
Slide 31 - Question de remorquage
TEGENWOORDIGE TIJD
VERLEDEN TIJD
bloedt
rende
gleed
holt
starten
Slide 32 - Question de remorquage
Taal
Thema 7, week 1
Les 2
OPGAVE 2
OPGAVE 3
Slide 33 - Diapositive
https:
Slide 34 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Thema 7, week 1 Les 2 - verleden tijd
Avril 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 3, les 14 - weet je nog
il y a 17 jours
- Leçon avec
42 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
wk 37: les 2 - ww-spelling herhalen
Septembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
wk 37: les 1 - Werkwoordspelling (herhaling)
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
werkwoorden
Avril 2023
- Leçon avec
16 diapositives
werkwoordspelling
Septembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4