Bas 1- Organismen ordenen

Bas 1: Organismen ordenen 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bas 1: Organismen ordenen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1 Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
2 Je weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 2 - Diapositive

Wat is ordening volgens jou?

Slide 3 - Carte mentale

Groepen maken
Hoe?
Aan de hand van kenmerken: kenmerken zijn eigenschappen waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen.
Je deelt de organismen dus in aan de hand van kenmerken die ze allemaal hebben en dus overeenkomsten hebben.

Slide 4 - Diapositive

Groepen maken
Je kunt kijken naar de
kenmerken van een dier

* Kleur
* Aantal poten
* Huid


Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Kijk naar de dieren in afbeelding 1. Let goed op de verschillen tussen de dieren.
De ene leerling neemt een dier in gedachten uit afbeelding 1.
De andere leerling probeert erachter te komen welk dier het is.
Je mag vragen stellen, maar de ander mag alleen antwoorden met ‘ja’ of met ‘nee’.
Je mag niet naar de naam vragen. Je mag dus niet vragen: ‘Is het een kikker?’
Probeer zo min mogelijk vragen te stellen om het dier te raden.
Tip: Vraag naar de kenmerken van het dier.
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

1 minuut, daarna wisselen we
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Organismen ordenen in 4 groepen

Slide 8 - Diapositive

Cellen van de 4 groepen
- Dieren hebben geen celwand.
• Planten hebben bladgroenkorrels.
• Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en
celwand.
• Bacteriën hebben geen celkern

Slide 9 - Diapositive

Organismen ordenen - de verschillen in de cellen

Slide 10 - Diapositive

ordenen
om te bepalen of een organisme een plant, een dier of een schimmel is:

kijk naar de cellen.

Slide 11 - Diapositive

Bs 1: Organisme ordenen
.

Slide 12 - Diapositive

Soorten
Organismen behoren tot dezelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Huiswerk
Lees in je boek bladzijde 132 t/m 136 
Maak opdracht 2 t/m 6

Slide 15 - Diapositive