THV2 | Grammatica blok 1 en 2

GRAMMATICA: blok 1 en 2
Je neemt deze LessonUp zelfstandig en serieus door. Je mag vragen stellen aan mij (hand opsteken). 
Let op: dit is allemaal herhaling, dus het is heel belangrijk dat je deze stof na deze LessonUp écht begrijpt.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA: blok 1 en 2
Je neemt deze LessonUp zelfstandig en serieus door. Je mag vragen stellen aan mij (hand opsteken). 
Let op: dit is allemaal herhaling, dus het is heel belangrijk dat je deze stof na deze LessonUp écht begrijpt.

Slide 1 - Diapositive

Welke verschillende
voornaamwoorden ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Maak een zin met twee bezittelijk voornaamwoorden.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Sleep de zinnen naar wederkerend óf wederkerig voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord
Wij maken ons geen zorgen
Wij geven elkaar een hand
Kunnen die jongens elkaar wel verstaan?
Ik vergis me dagelijks in zijn naam.
Het meisje verstopt zich achter de kast.
De stoute kinderen slaan elkaar vaak.

Slide 7 - Question de remorquage

Op de volgende slide word je 
doorgestuurd naar Cambiumned
Maak alleen zin 1 t/m 5. Maak een screenshot van jouw antwoorden en lever die in op de slide daarna.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Lever hier een screenshot in
van jouw antwoorden (zin 1 t/m 5)
van de vorige slide.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Dit zijn GEEN vragend voornaamwoorden!
Een vragend voornaamwoord verwijst naar iets of iemand.

Slide 12 - Diapositive

Wat is geen vragend voornaamwoord?
A
Welke
B
Wat
C
Wanneer
D
Wie

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Bij de-woorden gebruik je die of deze.

Bij het-woorden gebruik je dat of dit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Pak je oortjes erbij!
Er kunnen vanaf nu slides langskomen met luisterfragmenten.

Slide 17 - Diapositive

Klik op het geluidsicoontje en luister naar de uitleg.
Uitleg betrekkelijk voornaamwoord

Slide 18 - Diapositive

Ik heb geen idee wat hij heeft gekocht.

"Wat" is hier een...
A
Betrekkelijk voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Was dat het engste wat je ooit heb meegemaakt?
"Wat" is hier een...
A
Betrekkelijk voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord

Slide 20 - Quiz

Leg uit waarom "wat" in de vorige zin een betrekkelijk voornaamwoord is, terwijl het wel een vraagzin is

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

"Wat" als onbepaald voornaamwoord

Slide 23 - Diapositive

Niemand vertelt mij iets!

Het onbepaald voornaamwoord is...
A
Niemand en mij
B
Mij en iets
C
iets
D
Niemand en iets

Slide 24 - Quiz

Ik dacht dat ik wat hoorde!

"Wat" is hier een...
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord

Slide 25 - Quiz

Heb je dit deel over de voornaamwoorden begrepen? Heb je nog vragen/onduidelijkheden?

Slide 26 - Question ouverte

Dan gaan we nu wat herhalen:
- bijstelling
- bijwoordelijke bepaling
- bijvoeglijke bepaling

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Maak een zin met twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Uitleg bijvoeglijke bepaling

Slide 31 - Diapositive

Typ deze zin over en voeg twee bijvoeglijke bepalingen toe:
De vrouw eet haar lunch in een café.

Slide 32 - Question ouverte

Uitleg bijstelling

Slide 33 - Diapositive

Typ deze zin over en voeg twee bijstellingen toe:
De vrouw eet haar lunch in een café.

Slide 34 - Question ouverte

De vrouw uit Frankrijk eet fruit.

"uit Frankrijk" is een...
A
bijstelling
B
bijvoeglijke bepaling
C
bijwoordelijk bepaling

Slide 35 - Quiz

De vrouw, een Franse dame, eet fruit.

"een Franse dame" is een...
A
bijstelling
B
bijvoeglijke bepaling
C
bijwoordelijk bepaling

Slide 36 - Quiz

De vrouw eet fruit in Frankrijk.

"in Frankrijk" is een...
A
bijstelling
B
bijvoeglijke bepaling
C
bijwoordelijke bepaling

Slide 37 - Quiz

Goed gewerkt!
Zijn er nog onderdelen onduidelijk?

Slide 38 - Question ouverte