Warmteleer: thermische concepten

Thermische concepten
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Physics

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thermische concepten

Slide 1 - Diapositive

Wat is de temperatuur van de ijsblokjes die je in een diepvriezer bewaart?
A
De temperatuur waarop de diepvriezer is ingesteld
B
0°C
C
5°C
D
Dat hangt af van de grootte van de ijsblokjes

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

2) Sam neemt 2 kopjes met water van 40°C en mixt deze met één kopje water van 10°C. Wat is de meest waarschijnlijke temperatuur van het mengsel?
A
20°C
B
25°C
C
30°C
D
50°C

Slide 4 - Quiz

3) Clara neemt een blikje cola en een plastic fles cola uit de ijskast. De temperatuur van het blikje is 7°C. Wat is de temperatuur van de fles en van de cola?
A
beiden lager dan 7°C
B
beide een temperatuur van 7°C
C
beiden hoger dan 7°C
D
dit hangt af van de hoeveelheid cola en de grootte van de fles

Slide 5 - Quiz

4) Na het koken van eieren, worden deze gekoeld in een kom koud water. Welk van de volgende uitspraken verklaart het koelproces?
A
De temperatuur wordt overgedragen van de eieren naar het water.
B
Koude verplaatst zich van het water in de eieren.
C
Warme objecten koelen af op een natuurlijke manier
D
Energie is overgedragen van de eieren naar het water.

Slide 6 - Quiz

5) Fariha zit niet graag op metalen stoelen, deze zijn kouder dan plastic stoelen. Wie heeft er gelijk?
A
Jan: de stoelen van metaal zijn kouder omdat metaal van nature kouder is dan plastic
B
Karen: de stoelen zijn niet kouder, ze hebben dezelfde temperatuur
C
Lou: de stoelen zijn niet kouder, de metalen voelen kouder aan omdat ze zwaarder zijn
D
Mai zegt: de stoelen zijn kouder omdat metaal minder warmte te verliezen heeft dan plastic

Slide 7 - Quiz

Karen heeft gelijk. Beide stoelen hebben dezelfde temperatuur. Maar waarom voelt dan de metalen stoel kouder aan?

Slide 8 - Question ouverte

6) Koen neemt een metalen en een houten lat uit zijn pennenzak. Hij verkondigt dat de metalen lat kouder aanvoelt dan de houten lat. Wat is de juiste verklaring? (let op antwoord C van de cursus heb ik weggelaten)
A
Metaal geleidt energie sneller weg van zijn hand dan hout
B
Hout is een van nature warmere substantie dan metaal
C
Metalen zijn betere warmteradiatoren dan hout
D
Koude vloeit gemakkelijker van een metaal

Slide 9 - Quiz

7) Amy neemt twee glazen flessen die water van 20°C bevatten. De flessen worden in washandjes gewikkeld. Het ene is nat, het andere is droog. Na 20 min. meet Amy de temp. van het water. Het water met het natte washandje heeft een temp. van 18°C, het droge een temp. van 22°C. Wat is de kamertemperatuur?
A
26°C
B
21°C
C
20°C
D
18°C

Slide 10 - Quiz

Als je uit een zwembad komt heb je het altijd koud, ook al is de omgevingstemperatuur hoger dan het water. Hoe kan dat?

Slide 11 - Question ouverte

8) Jan heft tegelijkertijd 2 brikken chocomelk op: een koud brik uit de frigo, een ander dat op het aanrecht heeft gestaan. Waarom denk je dat het brik uit de frigo kouder aanvoelt?
Vergeleken met het warme brik......
A
....bevat het koude brik meer koude
B
...bevat het koude brik minder warmte
C
... is het koude brik een slechtere warmtegeleider
D
... geleidt het koude brik sneller warmte van Jans hand

Slide 12 - Quiz

9) Esma gelooft dat haar vader cake bakt op het bovenste rooster in de oven omdat het bovenaan warmer is dan onderaan. Welk van de uitspraken is correct?
A
het is warmer bovenaan omdat de warmte stijgt
B
het is warmer bovenaan omdat de metalen roosters de warmte concentreren
C
het is warmer bovenaan omdat de warme lucht een lagere dichtheid heeft
D
het is niet mogelijk dat het bovenaan warmer is

Slide 13 - Quiz

10) Als Brad een fietspomp gebruikt om zijn banden op te pompen, merkt hij op dat de pomp warm wordt. Welke verklaring lijkt het beste?
A
energie is overgedragen naar de pomp
B
temperatuur is overgedragen naar de pomp
C
Warmte vloeit van zijn handen naar de pomp
D
Het metaal in de pomp zorgt voor een temperatuurstijging

Slide 14 - Quiz

11) Waarom dragen we truien bij koud weer?
A
om de koude buiten te houden
B
om warmte te genereren
C
om het warmteverlies te beperken
D
alle bovenstaande redenen zijn correct

Slide 15 - Quiz

12) Victor neemt een paar frisco's uit de diepvriezer. Hij beweert dat de houten stokjes een hogere temp. hebben dan het ijsjesgedeelte. Wie heeft er gelijk?
A
Debby: Victor heeft gelijk, de houten stokjes worden niet zo koud als het ijs
B
Ian: je hebt gelijk, want ijs bevat meer koude dan hout
C
Ross: je hebt ongelijk, ze voelen alleen anders omdat de houten stokjes meer warmte bevatten
D
Ann: ik denk dat ze op dezelfde temperatuur zijn omdat ze samen zijn

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

13) Jorge zag een filmpje waarbij fysici supergeleider magneten maakten op een temperatuur van -260°C
A
Joe: dit kan niet op zo'n lage temperatuur
B
Kay: kan wel, er is GEEN grens aan de laagste temperatuur
C
Leo: de magneet zit dicht bij de laagst mogelijke temperatuur
D
Jorge: supergeleiders zijn goede warmtegeleiders dus je kan ze niet afkoelen tot zo'n lage temperatuur.

Slide 18 - Quiz

14) Ami wikkelde als kind haar poppen in lakens, maar waarom warmden de poppen niet op?
A
Nick: de lakens zijn slechte isolatoren
B
Lyn: de lakens zijn slechte geleiders
C
Jay: de pop is gemaakt van een materiaal dat de warmte niet goed vasthoudt.
D
Joy: jullie hebben allen ongelijk

Slide 19 - Quiz

Een wereld zonder weerstand
Lees aandachtig de tekst.

Slide 20 - Diapositive

Wie bestudeerde het gedrag van materie op extreem lage temperaturen?

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel graden bedraagt het absolute nulpunt?
A
0
B
-272
C
-273
D
273

Slide 22 - Quiz

Hoe lager de weerstand, hoe .... stroom er doorheen vloeit.
A
moeilijker
B
makkelijker

Slide 23 - Quiz

De weerstand is afhankelijk van ...?

Slide 24 - Question ouverte

Lord Kelvin --> in een metaal op het absolute nulpunt kan geen geleiding meer plaatsvinden (alle atomen staan stil).

Augustus Matthiessen --> de weerstand van metalen wordt net lager als de metalen kouder zijn, en hij verwachten dat de weerstand langzaam naar 0 zakt. Dus hoe beter de geleiding.

Slide 25 - Diapositive

Wat ontdekte Onnes op 8 april 1911?

Slide 26 - Question ouverte

supergeleiding
Bij een lage temperatuur, verdwijnt de weerstand.

Slide 27 - Diapositive

Wat gebeurt er met het magnetisch veld in de buurt van een supergeleider?

Slide 28 - Question ouverte

In 1986 werd er supergeleiding ontdekt in een kristal, bij welke temperatuur?

Slide 29 - Question ouverte

Hoe wordt bij een MRI -scanner de supergeleider op een lage temperatuur gehouden?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo