5.2 Wat wordt de prijs?

 Wat levert het op?
 Wat wordt de prijs?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

 Wat levert het op?
 Wat wordt de prijs?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

§ 5.2 Wat wordt de prijs?
Leerdoelen:
  • Je weet wat de inkoopprijs is
  • Je weet wat de brutowinstopslag is
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen
  • Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen

Slide 3 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?

Bedrijven kopen producten in voordat ze goederen kunnen verkopen.
De prijs die een winkelier betaalt voor een product dat hij later wil verkopen noem je de inkoopprijs.


Slide 4 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?

Omdat de winkelier geld wil verdienen aan zijn ingekochte producten, verkoopt hij zijn producten voor een hoger bedrag dan de inkoopprijs.


Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt zodat hij de fiets voor meer geld verkoopt, is de Brutowinstopslag.
= brutowinstmarge of brutowinst

Slide 5 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?
De verkoopprijs is het bedrag waarvoor een winkelier een product verkoopt.


inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs

Slide 6 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?
Hans besteld bij een groothandel een stoel die hij in zijn winkel wilt verkopen. De inkoopprijs van de stoel is €120. Hans berekend een brutowinstopslag van 40% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs?

  • Stap 1 Bereken de brutowinstopslag
  • Dat is 40% van € 120 = 0,40 x € 120 = € 48
  • Stap 2 Tel de brutowinst op bij de inkoopprijs
  • De verkoopprijs wordt € 120 + € 48 = € 168


Slide 7 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?
Aan het einde van de dag bekijkt Hans hoeveel stoelen er zijn verkocht. Het aantal producten dat je verkoopt, noem je de afzet.





Door stoelen te verkopen, krijgt Hans geld binnen. Het totale bedrag dat Hans ontvangt door de verkoop van zijn producten, noem je de omzet of verkoopopbrengst



Slide 8 - Diapositive

§ 5.2 Wat wordt de prijs?
Hans verkoopt vandaag 20 stoelen voor € 168 per stoel.

De afzet is: 20 stuks

De verkoopprijs is: € 168

De omzet is: 20 x € 168 = € 3.360

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Samenvatting
  • Wat is de inkoopprijs
  • Wat is bruto winst (winstopslag, winstpercentage)
  • Hoe bereken je de verkoopprijs
  • Wat is afzet en wat is omzet
  • Hoe bereken je de omzet

Slide 11 - Diapositive