Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalen woordsoorten en start spelling blok 4
Herhalen woordsoorten en start spelling
herhalen bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
herhalen spelling werkwoorden tt en vt
je leert de spelling van het voltooid deelwoord
Stencil woordsoorten bewaren voor opdrachten en toets!
Volgende week overhoring woordsoorten (lidwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhalen woordsoorten en start spelling
herhalen bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
herhalen spelling werkwoorden tt en vt
je leert de spelling van het voltooid deelwoord
Stencil woordsoorten bewaren voor opdrachten en toets!
Volgende week overhoring woordsoorten (lidwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Slide 1 - Diapositive
Voorzetsel
Staat voor een woord of woordgroep, bijvoorbeeld voor een zelfstandig naamwoord met lidwoord.
...
naast
het huis.
...
in
de boom.
Slide 2 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord en voorzetsels
Achter die zwarte mobiel ligt mijn rode etui.
2. Ik ga met het grote vliegtuig naar Budapest.
3. De trein gaat van Arnhem naar Apeldoorn.
4. Naast het aparte gebouw staat een groot kunstwerk.
Slide 3 - Diapositive
Ze dragen mooie rugzakken.
Mooie =
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 4 - Quiz
In de bakkerij verkopen ze lekkere taarten
In=
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
lidwoord
D
werkwoord
Slide 5 - Quiz
In Groenlo kan je lekkere pizza's kopen.
lekkere =
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord
Slide 6 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Blonde
B
Man
C
Paard
D
De
Slide 7 - Quiz
Welke woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Een mooie nieuwe fiets.
A
Een
B
mooie
C
fiets
D
nieuwe
Slide 8 - Quiz
Op het kunstgras worden veel wedstrijden gehouden.
Op=
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 9 - Quiz
Wat is het voorzetsel in deze zin:
“Mijn boek ligt nog op het bureau.”
A
Boek
B
Ligt
C
Op
D
Bureau
Slide 10 - Quiz
Spelling werkwoorden t.t
Spelling (weet je het nog?)
Haal jij een fles Cola?
Jij …………………
Snurk jij altijd in je slaap?
Jij ………………….
Slide 11 - Diapositive
Hoe spel je de tegenwoordige tijd?
1. Hans (kleden) zich aan
2 Mijn tas (staan) op de grond)
3. Hij (beantwoorden) de vraag
4. Mijn broer (fietsen) naar huis.
5. Jij (worden) thuisgebracht.
Slide 12 - Diapositive
Wat is de juiste vorm van het werkwoord?
Hij (landen) op Schiphol.
A
land
B
landt
C
lant
Slide 13 - Quiz
Dat (vinden).....tt je vast zielig voor dat beestje!
Slide 14 - Question ouverte
werkwoorden: De kreeft (worden)......tt opgegeten door de haai.
Slide 15 - Question ouverte
tt:
Zij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 16 - Quiz
Wat hoort op de ..... ?
"ik ........ deze taalquiz heel leuk"
timer
0:30
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden
Slide 17 - Quiz
Wat is de vt (ik vorm) van kiezen?
A
kieste
B
koos
C
kiesde
D
kiezte
Slide 18 - Quiz
(Worden) je broer ook lid van
de hockeyclub?
Slide 19 - Question ouverte
0
Slide 20 - Vidéo
Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t kofschip
Slide 21 - Quiz
Ons kleine katje ___ vanmorgen de nieuwe bank stuk.
VT
A
krabt
B
krabte
C
krabde
D
krabbelde
Slide 22 - Quiz
Na (douchen) te hebben, was ik weer (opfrissen) voltooid dw.
Slide 23 - Question ouverte
Juiste spelling voltooid deelwoord.
De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend
Slide 24 - Quiz
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald
Slide 25 - Quiz
Vragen Vragen?
Maken grammatica blok 6 opdracht 9 t/m 11
Maken spelling blok 4 vanaf opdracht 16
Meer oefenen?
Ga naar juf Melis (woordsoorten, zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel
Ga naar de methodesite (It's learning)
Fimpjes bekijken over het voorzetsel en tegenwoordige tijd (volgende dia's)
Slide 26 - Diapositive
0
Slide 27 - Vidéo
Slide 28 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
5.8 Spelling les 2 1BK
Juin 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
5.8 Spelling les 1 1BK
Juin 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
M2 TR 15, Schrijven
Février 2019
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Staal blok 5 week 4 les 3
Février 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
Spelling grammatica blok 6 week 4 les 3
Avril 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
5.7 Grammatica les 3 1BK
Mai 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
BK 2 Taalverzorging; woordsoorten - perron 3 les 1
Novembre 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling H5 1hv
Mai 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1