Taal , thema: Draaien
Thema : Draaien
1 / 10
Éléments de cette leçon
Thema : Draaien
Slide 1 - Sondage
hol
A
in elkaar zetten
B
leeg van binnen
C
leeg van buiten
D
sneller gaan of laten gaan
Slide 2 - Quiz
de tandwiel
A
een wiel met een dikke rand
B
een wiel met een rode rand
C
een wiel met een gekartelde rand
D
een groot wiel met stoeltjes eraan
Slide 3 - Quiz
massief
A
wel hol
B
niet bol
C
niet hol
D
wel bol
Slide 4 - Quiz
reuzenrad
A
een groot wiel met stoeltjes eraan
B
een wiel die op stoom draait
C
een staaf waar het wiel omheen draait
D
ervoor zorgen dat iets gaat bewegen
Slide 5 - Quiz
versnellen
A
iets wat op stroom werkt
B
langzamer gaan of laten gaan
C
de vorm van iets
D
sneller gaan of laten gaan
Slide 6 - Quiz
het model
A
de kleur van iets
B
de grootte van iets
C
de vorm van iets
D
iets nieuws , wat nog niet bestaat
Slide 7 - Quiz
de zweefmolen
A
een soort draaimolen, de stoeltjes hangen aan de kettingen en gaan bij draaien omhoog
B
een soort draaimolen zonder stoeltjes.
C
een groot wiel met stoeltjes eraan
D
een trein die op stroom rijdt.
Slide 8 - Quiz
elektrisch
A
iets wat op stroom werkt
B
iets wat zonder stroom werkt
C
iets wat op water werkt
D
iets wat van ijs is gemaakt
Slide 9 - Quiz
Het pedaal
A
de trappen van een huis
B
de trappen van een fiets
C
een snoer van schakels die aan elkaar vastzitten
D
in elkaar zetten
