Schrijven in de praktijk 2.4 Verslagen & Taalverzorging 2.1 Hoofdletters + 2.2 Leestekens

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

Schrijven in de praktijk: Verslagen

• Je schrijft objectieve verslagen.

Taalverzorging:

• Je gebruikt hoofdletters juist.
• Je gebruikt leestekens juist.

Die journalist ...... ons gisteren de verwachte verkiezingsuitslag. (duiden)

1. duidt
2. duide
3. duid
4. duidde

Naar de ........ walvis kwamen veel mensen kijken. (stranden)

1. gestrande
2. gestrandde

Waardoor ..... jij tegenwoordig zo vaak een kaarsje? (branden)

1. brand
2. brandt
3. brande
4. brandde

Herhaling

Informatieve teksten zijn altijd

1. kort en grappig
2. feitelijk
3. iemands mening
4. saai

Wat komt niet voor in een informatieve tekst?

1. Afbeeldingen
2. Mening van de schrijver
3. Feiten
4. Voorbeelden

Wat is juist?
Let op de leestekens

1. Bert als je klaar bent, mag je gaan.
2. Bert, als je klaar bent mag je gaan.
3. Bert, als je klaar bent, mag je gaan.

Hoofdletter?

1. lente
2. Lente

In welke zin kloppen de leestekens niet?

1. Ik haal morgen wel boodschappen en bloemen.
2. In mijn auto heb ik nog wel wat brood, drinken en fruit.
3. Hoe komt het dat je de toets zo slecht gemaakt hebt?
4. Hij gaat niet dus, moet zijn zusje het maar doen.

Hoofdletter?

1. Kerstcadeau
2. kerstcadeau

Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen

? = zin is een vraag

! = zin met nadruk lezen

, = pauze

H = begin van de zin óf naam

Taalverzorging

3.1 Verkorte versie + 3.2 (alleen leestekens 1)

Schrijven: 2.4 Verslagen

opdr. 1 en 2

Aan de slag!