Les 37 De instructie

Les 37 De instructie
Wat leren we? Wat oefenen we?
  • Een instructie herkennen a.d.h.v. de kenmerken.
  • De functie van signaalwoorden inzien.
  • Het correct gebruik van de imperatief/bevelvorm.
  • Schriftelijke instructies geven.
  • Mondelinge instructies geven.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 37 De instructie
Wat leren we? Wat oefenen we?
  • Een instructie herkennen a.d.h.v. de kenmerken.
  • De functie van signaalwoorden inzien.
  • Het correct gebruik van de imperatief/bevelvorm.
  • Schriftelijke instructies geven.
  • Mondelinge instructies geven.

Slide 1 - Diapositive

Inleiding
Door het coronavirus zijn er de laatste maanden een groot aantal richtlijnen op ons afgekomen i.v.m. onze persoonlijke hygiëne.

Slide 2 - Diapositive

Geef een aantal voorbeelden van deze richtlijnen.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Voorbeeld
Een van die richtlijnen is dus het correct wassen van onze handen. Maar hoe moeten we dat nou precies doen? Bekijk aandachtig de volgende video.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Bepaal het teksttype van het fragment. 'Dit is een ....'

Slide 7 - Question ouverte

Waarvoor gebruik je dit teksttype?

Slide 8 - Question ouverte

Doel instructie
Een instructie wordt gebruikt om iets te laten werken of om iets te doen.

Slide 9 - Diapositive

Welk tekstverband is typerend voor een instructie?
A
vergelijkend tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
oorzaak-gevolgverband
D
chronologisch tekstverband

Slide 10 - Quiz

Waarom is het chronologisch tekstverband geschikt voor de instructie?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom chronologisch tekstverband?
Het is geschikt omdat de volgorde erg belangrijk is bij het geven van instructies.

Slide 12 - Diapositive

De tekst bevat woorden die het chronologisch verband duidelijk maken. Geef een aantal voorbeelden.

Slide 13 - Question ouverte

Voorbeelden uit fragment
  • eerst 
  • dan 
  • daarna

Slide 14 - Diapositive

Hoe noem je zulke woorden?

Slide 15 - Question ouverte

Welke soort zinnen gebruikt de spreker in de stappen?
A
mededelende zin
B
ontkennende zin (nee-zin)
C
bevelende zin
D
vraagzin

Slide 16 - Quiz

Bevelende zinnen
Om een bevelende zin te maken, gebruik je de imperatief. Hoe je de imperatief vormt kan je bekijken in het volgende filmpje. Duid het groene kader in je WB p.320 aan!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Oef. 2 WB p.321
Noteer de 6 signaalwoorden in de tekst die de volgorde van de te volgen stappen aanduiden.

Slide 19 - Diapositive

signaalwoorden

Slide 20 - Carte mentale

Oef. 2 WB p.321
Alle werkwoorden in de tekst staan in de infinitief. Zet ze om naar de imperatief.

Slide 21 - Diapositive

imperatief van smelten

Slide 22 - Question ouverte

imperatief van gieten

Slide 23 - Question ouverte

imperatief van voegen

Slide 24 - Question ouverte

imperatief van roeren

Slide 25 - Question ouverte

imperatief van doen

Slide 26 - Question ouverte

imperatief van laten

Slide 27 - Question ouverte

imperatief van scheppen

Slide 28 - Question ouverte

imperatief van verdelen

Slide 29 - Question ouverte

imperatief van gebruiken

Slide 30 - Question ouverte

imperatief van eten

Slide 31 - Question ouverte

Kenmerken van een instructie
Bestudeer aandachtig het groene kader in je WB p.322.

Slide 32 - Diapositive

Zelf aan het werk...
In de volgende opdracht ga je zelf een instructie schrijven en ook inspreken. Gebruik het stappenplan 'Les 37 De instructie' om de opdracht verder uit te werken.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive