herhalen

• Biologie
• Beroepsopleiding

Herhalen H5 en H6

Maak een 'formuleblad'/leersamenvatting!

Hieronder staan de gegevens over de gezinsomvang van leerlingen uit een willekeurige klas. Neem deze gegevens over.

4, 2, 5, 3, 7, 2, 4, 4, 5, 2, 3, 4, 6, 3, 3. Welke frequentietabel hoort bij deze gegevens?

1. 
2. 
3. 
4. 

       Sleep de percentages naar de juiste plek in de tabel

6,7%

26,7%

13,3%

20%

Wat betekent de relatieve cumulatieve frequentie?

1. Het verschil van de relatieve frequentie.
2. Opstapelen van de relatieve frequentie.
3. Het verschil van de frequentie.
4. Opstapelen van de frequentie.

Kwalitatief

Kwantitatief

geslacht

schoenmaat

lengte

woonplaats

inwoneraantal

Wat is de mediaan?

Wat is de modus en de mediaan?

De resultaten op het eindexamen wiskunde A van een klas met 26 leerlingen zijn als volgt: 

8, 7, 6, 3, 7, 6, 7, 5, 10, 6, 9, 8, 6, 5, 5, 6, 7, 9, 8, 6, 3, 8, 5, 7, 6, 10.

 

1. Mediaan:
2. • Q1:
3. • Q3:
4. • Minimum:
5. • Maximum:
6. • Kwartielafstand:
7. • Modus:
8. • Spreidingsbreedte:

De resultaten op het eindexamen wiskunde A van een klas met 26 leerlingen zijn als volgt: 

8, 7, 6, 3, 7, 6, 7, 5, 10, 6, 9, 8, 6, 5, 5, 6, 7, 9, 8, 6, 3, 8, 5, 7, 6, 10.

 

1. Mediaan: 6,5
2. – Q1: 6
3. – Q3: 8
4. – Minimum: 3
5. – Maximum: 10
6. – Kwartielafstand: 2
7. – Modus: 6
8. – Gemiddelde: 6,7
9. – Spreidingsbreedte: 7

examencijfers wiskunde A

Er zitten 24 leerlingen in de klas.

1. • Wat is het laagst mogelijke gemiddelde cijfer van deze klas?
2. • Wat is het hoogst mogelijke gemiddelde cijfer van deze klas?
3. • Wat is het gemiddelde cijfer van deze klas als je er van uit gaat dat de cijfers gelijkmatig over de boxen verdeeld zijn?
4. • Hoeveel procent van de leerlingen heeft hoger dan een 8 gehaald?
5. • Hoeveel procent van de leerlingen heeft een onvoldoende (lager dan 5,5).

Je mag er vanuit gaan dat de boxen gelijkmatig verdeeld zijn

Hoofdstuk 6

Heeft de grafiek van

een top of een punt van symmetrie?

f(x)=3(x−2)​5​​−7

1. top
2. punt van symmetrie

Bij de verschuiving van de standaardformule y=0.5x^2 met DRIE OMHOOG is de beeldgrafiek met de formule..

1. y = 0.5 x^2 +3
2. y = 0.5 x^2 -3
3. y = 0.5 (x+3)^2
4. y = 0.5 x^(2*3)

Bij de verschuiving van de standaardformule y=0.5x^2 met DRIE NAAR RECHTS is de beeldgrafiek met de formule..

1. y = 0.5 x^2 +3
2. y = 0.5 x^2 -3
3. y = 0.5 (x-3)^2
4. y = 0.5 (x+3)^2

Wat zijn de coördinaten van de top van de grafiek van:

y=3(x−4)​2​​−1

1. (3, -1)
2. (-3, 4)
3. (4, -1)
4. (-4, -1)

Wat zijn de coördinaten van het punt van symmetrie van:

y=4(x+2)​5​​−2

1. (2, 2)
2. (4, -2)
3. (2, 4)
4. (-2, -2)

Op de grafiek van y=2(x-3)2+4 wordt eerst de verschuiving (2,-5) toegepast en daarna de herschaling in verticale richting met factor -2. Stel de formule op van de beeldgrafiek en geef de coordinaten van de top.

1. y=−4(x−1)​2​​−2,top(1,−2)
2. y=−4(x−5)​2​​+2,top(5,2)
3. y=−4(x−5)​2​​−1,top(5,−1)

Op de grafiek van
wordt eerst de verschuiving (4, -5) toegepast en vervolgens de herschaling in verticale richting met factor 2. Stel de formule op van de beeldgrafiek.

y=−3x​2​​

1. y=−6(x+4)​2​​−10
2. y=−6(x+4)​2​​−5
3. y=−6(x−4)​2​​−5
4. y=−6(x−4)​2​​−10

Hoeveel oplossingen heeft de vergelijking

−3x​8​​=−6

1. 0
2. 1
3. 2
4. geen idee

4(b + 5) + 5(c - 6) = 40
Druk c uit in b.

4b + 20 + 5c - 30 = 40

4b + 5c - 10 = 40

5c = 50 - 4b

c = 10 - 4/5b