afsluiting zuur-base

Formatieve toets
5,1 t/m 5,5

Het is handig om je schrift, rekenmachine en binas vast klaar te leggen. 

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets
5,1 t/m 5,5

Het is handig om je schrift, rekenmachine en binas vast klaar te leggen. 

Slide 1 - Diapositive

De pH kan je meten met...
A
Zetmeel
B
Zuur-base indicatoren
C
pH meter
D
Zuur-base indicatoren en een pH meter

Slide 2 - Quiz

Sleep de termen naar de juiste plaats op de pH schaal.
zuur
neutraal
basisch

Slide 3 - Question de remorquage

Een zure stof is...
A
...een stof met een pH rond de 7
B
...een stof met en pH hoger dan 7
C
...een stof die een H+ kan opnemen
D
...een stof die een H+ kan afstaan

Slide 4 - Quiz

Een basische oplossing is...
A
...een oplossing met een pH lager dan 7
B
...een oplossing met en pH hoger dan 7
C
...een stof die een OH- kan opnemen
D
...een stof die een H+ kan afstaan

Slide 5 - Quiz

BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Slide 6 - Question de remorquage

Wanneer je een zure oplossing verdunt met water ...
A
... wordt de pH lager.
B
blijft de pH gelijk.
C
... wordt de pH hoger.

Slide 7 - Quiz

Bereken de pH van zoutzuur met een concentratie van 0,0158M
A
1,80
B
1,801
C
0,964
D
0,9643

Slide 8 - Quiz

Bereken de [H+] voor een oplossing met een pOH van 12,8
A
1,581013
B
21013
C
0,0631
D
0,06

Slide 9 - Quiz

Tommy wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator.
Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.
A
3,8 < pH < 5,5
B
3,8 < pH < 4,4
C
5,4 < pH < 5,5
D
4,4 < pH < 4,8

Slide 10 - Quiz

Als je het gas HCl door water leidt, ontstaat de oplossing die hiernaast schematisch is weergegeven. Deze oplossing heet zoutzuur.

Je noteert zoutzuur als:
A
H+ (aq) + Cl-(aq)
B
H+ (g) + Cl-(g)
C
HCl (aq)
D
HCl (g)

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste notatie van een oplossing van zwavelzuur?

A
H2SO4(aq)
B
2H+(aq)+SO42(aq)

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste notatie voor natronloog?
A
NaOH(aq)
B
Na+(aq)+OH(aq)

Slide 13 - Quiz

Hoeveel gram NaOH moet je inwegen voor 1 liter natronloog oplossing met een pOH van 2,45
A
3,5103
B
8,87
C
0,14
D
1,1

Slide 14 - Quiz

Vraag 9) Sleep de formule naar de juiste naam.
hydroxide
oxide
ammoniak
carbonaat
waterstofcarbonaat
koolzuur
ammonium
natronloog
kaliloog
kalkwater
Na+ (aq) + OH-(aq)
K+ (aq) + OH-(aq)
Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

Slide 15 - Question de remorquage

vraag
Je kan kalkwater op twee manieren maken, door calciumhydroxide of door calciumoxide aan water toe te voegen. Geef voor beide manieren de reactievergelijking.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de juiste notatie van een oplossing van fosforzuur?
A
H3PO4(aq)
B
3H+(aq)+PO43(aq)

Slide 17 - Quiz

Antonio voegt aan 1,0 liter natronloog waarin 0,22 mol NaOH per liter is opgelost 1,0 liter water toe.
Wat gebeurt er met de pH bij het verdunnen?
A
de pH daalt
B
de pH blijft gelijk
C
de pH neemt toe

Slide 18 - Quiz

Vraag ..b) Antonio voegt aan 1,0 liter natronloog waarin 0,22 mol NaOH per liter is opgelost 1,0 liter water toe.

Je gaat in de volgende dia de pH van de verdunde oplossing berekenen.
Kan je nu vast zeggen hoeveel decimalen je in de pH waarde van je eindantwoord moet opschrijven?

Slide 19 - Question ouverte

Vraag ..c) Antonio voegt aan 1,0 liter natronloog waarin 0,22 mol NaOH per liter is opgelost 1,0 liter water toe.

Bereken de pH van de oplossing na het verdunnen.

Slide 20 - Question ouverte